Bron: José Manuel Blanco Díaz
redradiove 25 juni 2021 
orinocotribune 27 juni 2021 ~~~

Te midden van ongeloof en commentaren die twijfel zaaien over de waarheidsgetrouwheid van de gebeurtenis, verklaarde de Colombiaanse president Iván Duque dat hij het slachtoffer was van een vermeende aanval waarbij de helikopter waarin hij reisde meerdere malen vanaf de grond werd beschoten.

De Colombiaanse media verspreidden de versie dat het presidentiële vliegtuig, een Blackhawk-gevechtshelikopter van Amerikaanse makelij, 6 kogelgaten had opgelopen.

Volgens het officiële rapport zijn er geen doden of gewonden gevallen onder de inzittenden van de helikopter, aan boord waarvan zich ook de minister van Defensie, Diego Molano, de minister van Binnenlandse Zaken, Daniel Palacios, en de gouverneur van Norte de Santander, Silvano Serrano, bevonden.

De aanval op de Colombiaanse presidentiële helikopter zou hebben plaatsgevonden nadat Duque had deelgenomen aan een politieke activiteit in de stad Sardinata, in Catatumbo, en vervolgens was doorgereisd naar de stad Cúcuta in het departement Norte de Santander.

“Lafaard”

Later verscheen de Colombiaanse president Iván Duque in een video die werd vrijgegeven door het presidentschap van de Republiek Colombia, waarin hij het incident veroordeelde als een “laffe aanval die kogelgaten achterliet op de presidentiële helikopter.”

Hij voegde er in zijn toespraak aan toe dat zijn regering door zal gaan met het bestrijden van georganiseerde misdaadgroepen die in zijn land actief zijn. “We zullen elke dag blijven werken en aantonen dat de staat overal op het grondgebied aanwezig is,” benadrukte hij.

Hij kondigde ook aan dat hij instructies heeft gegeven aan de veiligheidstroepen om “achter degenen aan te gaan die op het vliegtuig hebben geschoten”. Hij legde er de nadruk op dat Colombia sterk moet blijven tegenover de criminaliteit, zonder rekening te houden met het feit dat grote delen van het grondgebied bezet zijn door paramilitaire bendes en guerrillagroeperingen.

De laatste maanden zijn er steeds meer klachten dat de regering Duque de grensgebieden met Venezuela onbeheerd heeft gelaten, waardoor het voor Colombiaanse terreurgroepen gemakkelijker is geworden om zich vrij te bewegen in de corridors die worden gebruikt voor drugshandel en andere criminele activiteiten.

Venezuela de schuld geven

Vanaf het allereerste moment dat het nieuws van de vermeende aanslag bekend werd gemaakt, begonnen rechtse “beïnvloeders” op sociale media netwerken het verhaal te verspreiden dat Venezuela achter het incident zat, ondanks het feit dat het had plaatsgevonden in een gebied (in de buurt van Cúcuta) dat volledig onder controle stond van rechtse paramilitaire groepen met diepe banden met Duque’s peetvader Álvaro Uribe, voormalig president van Colombia.

Zaterdagmiddag bereikte het verhaal een nieuw niveau toen de Colombiaanse parlementariër María del Rosario Guerra van de Centro Democratico partij – toevallig opgericht door Álvaro Uribe – “bewijzen” plaatste die wezen in de richting van het Venezolaanse leger, met enkele foto’s van twee automatische geweren en andere uitrusting die naar verluidt toebehoorden aan FANB-personeel dat in zijn ongelooflijke inefficiëntie de wapens had achtergelaten op de plaats van de misdaad.

Topfoto: De Colombiaanse presidentiële helikopter die zou zijn aangevallen in de buurt van Cúcuta, een gebied dat grotendeels wordt gecontroleerd door paramilitaire criminele bendes die de regering steunen. Foto met dank aan NBC.