Bron: Marco Teruggi, 
Internationalist-360° 7 april 2021 ~~~

Zondag zal blijken wie de nieuwe president van Ecuador wordt en de opiniepeilingen voorspellen een nipte afronding. De kandidaten zijn olie en water: aan de ene kant de grootste bankier van het land, vertegenwoordiger van de elites en het neoliberale credo; aan de andere kant een linkse econoom, opvolger van voormalig president Rafael Correa, momenteel in ballingschap. Zal de inheemse beweging de balans doen doorslaan? Is er een garantie dat de verkiezingen zonder fraude zullen verlopen? Eén ding is zeker: de uitslag zal grote gevolgen hebben voor de geopolitiek in de regio.

De noodtoestand in Ecuador: het nieuws werd bevestigd enkele minuten nadat ik klaar was met het interview met Andres Arauz. De kandidaat is zelfverzekerd en bedachtzaam. Hij wordt op straat begroet en omhelsd, er worden foto’s met hem genomen. Elke dag campagne voeren betekent een of meer provincies aandoen en tegelijkertijd bedreigingen afwenden. De presidentsverkiezingen van 11 april zijn zeer dichtbij. Het is het moment van wanhopige, gevaarlijke manoeuvres, iets waarvan men wist dat het zou gebeuren. Ik neem afscheid van hem. De nacht valt in Quito en er is weinig te zien, er is geen mist maar wolken, bergen, vulkanen, de bijna drieduizend meter van de stad.

Voor de tweede keer kondigt de regering van Lenin Moreno de noodtoestand af. De vorige vond plaats in oktober 2019, toen de inheemse bevolking en het volk in opstand kwamen tegen de door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) besloten aanpassing. Quito was toen een slagveld, colonnes arriveerden vanuit Cotopaxi, Amazone, wijken van de hoofdstad, geconfronteerd met een reactie met geweervuur, politie, militairen, elf doden, verlies van ogen, en een onderhandeling over een lastminute overeenkomst die de regering niet respecteerde.

Sindsdien is er veel crisis en politieke vervolging geweest. Het land is er slechter aan toe, de pandemie verwoestte Guayaquil in 2020 met lijken in de huizen, straten, mortuaria, ziekenhuizen. Drie ministers van Volksgezondheid hebben elkaar in de afgelopen maand opgevolgd, en er zijn nauwelijks vaccins aangekomen. Ondertussen wil Moreno de vuurzee culmineren met een golf van privatiseringen met als belangrijkste doelwit: de Centrale Bank van Ecuador (BCE).

De uitzonderingstoestand, onder het argument van de pandemie, heeft twee doelstellingen: achter de schermen privatiseren en een nog ongunstiger scenario voor Arauz bij de verkiezingen uitbouwen. Het verbiedt “de verwezenlijking van alle evenementen en mass bijeenkomsten” in de acht provincies waar het van kracht is – het zijn de belangrijkste gebieden van het land, hetgeen betekent dat de campagne op straat beperkt is, waar Arauz kracht heeft en de waardering van zijn nabijheid bij het volk groot is.

Het decreet is ook een bedreiging voor de verkiezingsdag, voor het geval zich een gebeurtenis voordoet waarvoor mobilisatie nodig is. In 2017 bijvoorbeeld werd Lasso, tegenover Moreno, door het hegemoniale media-apparaat bij voorbaat en ten onrechte tot winnaar uitgeroepen. Er was toen een institutionaliteit waarin vertrouwen kon worden gesteld. Het correaisme was een regering en een beweging met structuur, nu is het een vervolgde kracht.

Dromen van verbanning

Moreno’s politieke tijd is voorbij. Hij heeft zijn doelstellingen bereikt: hij heeft de agenda van het financiële kapitaal en van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken uitgevoerd, en hij heeft degenen vervolgd die hem tot president hebben gemaakt. Hij heeft zijn plaats in de geschiedenis verdiend als degene die een van de diepste verraadpogingen binnen een politieke beweging heeft uitgevoerd. Nu is hij, net als anderen voor hem, op zoek naar een plek om de rest van zijn jaren door te brengen, hoogstwaarschijnlijk buiten het land.

Het proces van ontmanteling van het Correaïsme is in fasen uitgevoerd. Het eerste doelwit was Rafael Correa, die na zijn vertrek uit het presidentieel paleis van Carondelet met zijn gezin naar België verhuisde. Net als in Brazilië, Bolivia of Argentinië was de leiding van het proces het eerste doelwit, op wie een combinatie van media-, gerechtelijke en politieke aanvallen werd afgevuurd totdat het doel was bereikt: zijn terugkeer naar Ecuador en zijn verkiezingsdeelname verhinderen.

De vervolging werd voortgezet op de tweede en derde lijn, met beschuldigingen van corruptie of het misdrijf van rebellie. Het resultaat was een gevangenisstraf voor Moreno’s vice-president, Jorge Glas, ballingschap voor Correa’s voormalige minister van Buitenlandse Zaken, Ricardo Patiño, een permanente dreiging van veroordeling voor de huidige prefect van Pichincha, Paola Pabón, die een elektronische enkelband draagt om te allen tijde gelokaliseerd te kunnen worden.

Tegelijkertijd, en vaak onzichtbaar, was er een vermenigvuldiging van rechtzaken voor degenen die deel uitmaakten van regeringsteams tijdens de Correa-jaren. Jonge mensen, bijvoorbeeld, die zich bij de regering hadden aangesloten, aangetrokken door de mogelijkheden van een staat die voor iedereen openstond. Deze acties troffen een groot deel van een generatie die haar eerste politieke ervaring opdeed in de Burgerrevolutie.

De vervolging bereikte ook de partij Alianza País, die in handen van Moreno was gelaten, en degenen die hem vergezelden in het verraad waren talrijk. De strategie bestond er niet alleen in het correaisme te ontmantelen, maar ook zijn electorale deelname te verhinderen. Daarom was er, toen Arauz de presidentiële registratie in de Nationale Kiesraad (CNE) behaalde, in die handeling al sprake van een overwinning.

De operaties waren opgezet door degenen die het proces van binnenuit kenden, wat de impact vergrootte en elke reactie blokkeerde. De zwakheden van de burgerrevolutie deden de rest, twee daarvan in het bijzonder: de afwezigheid van een sterke partij, en de geringe volksorganisatie (zowel op het grondgebied als in de arbeidswereld). Het vermogen om druk uit te oefenen op straat was zwak, sporadisch, en zonder de mogelijkheid van een alliantie met de enige beweging met structuur en capaciteit tot mobilisatie: de inheemse beweging.

Lenín Moreno’s politieke tijd was voorbij. Hij heeft zijn doelstellingen bereikt: hij heeft de agenda van het financiële kapitaal en van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken uitgevoerd en hij heeft degenen vervolgd die hem tot president hebben gemaakt. Hij verdiende zijn plaats in de geschiedenis als degene die een van het diepste verraad binnen een politieke beweging uitvoerde.

Ontwrichtig en samensmelting

De terugkeer van de inheemse beweging naar het centrum van het politieke toneel vond plaats in oktober 2019. De opstand werd centraal geleid door de Confederatie van Inheemse Nationaliteiten van Ecuador (Conaie), de belangrijkste nationale organisatie, die gedurende meer dan een week wegversperringen en een kampement in Quito handhaafde. De actie had een grote sociale legitimiteit, die zich vertaalde in het slaan van potten en pannen, het verstrekken van voedsel, onderdak en medische verzorging van de gewonden.

Twee leiders waren in die dagen zeer zichtbaar: Jaime Vargas, voorzitter van Conaie, en Leonidas Iza, die als leider naar voren kwam omdat hij aan het hoofd stond van de hoofdcolonne, met ongeveer 50.000 mensen, afkomstig uit Cotopaxi. Tegen eerstgenoemde zijn thans zeven processen aangespannen, tegen laatstgenoemde acht, en tegen verscheidene regionale leiders zijn voorzorgsmaatregelen genomen. De criminalisering trof ook diegenen die, binnen de inheemse beweging, de confrontatie met de regering aangingen.

De opstand betekende de definitieve breuk met Moreno na een eerste fase van akkoorden, die onder meer tot uiting kwamen in de benoeming van een leider van de Conaie tot minister van Milieu. Die dagen brachten ook de afstand tussen Conaie en de Burgerrevolutie aan het licht, de diepte van de kloof en de schijnbare onmogelijkheid van een toenadering tussen de partijen.

De meningsverschillen tussen Conaie en Correisme gingen over verschillende kwesties, zoals inheemse rechtvaardigheid, organisatie in de gebieden waar de gemeenschappen zich bevinden, de zogenaamde millenniumscholen, en waterbeheer. En er waren conflicten over mijnbouw en oliewinning, eisen die niet de nodige antwoorden kregen, volgens leiders zoals Iza, die ook een autoriteit van het Panzaleo-volk is.

We praten erover in de buurt van zijn huis, in de gemeenschap van San Ignacio de Toacaso in het kanton Latacunga. Alles is er groen, de regen en de Andes. Het land waar hij geboren is, behoorde toe aan een landeigenaar en werd teruggewonnen in een proces van strijd waarbij ook zijn ouders betrokken waren. Iza komt uit een inheemse, linkse achtergrond, en legt de kaart uit van de beweging, bestaande uit een boerensector – waartoe hij behoort -, handelaars, transporteurs, financiers, en de respectievelijke invloeden in de politiek van allianties en belangen.

De onenigheid met het Correisme wordt verklaard door andere factoren. De burgerrevolutie beschouwde de Conaie niet als een essentieel bondgenootschap, vanwege een politieke opvatting van de meerderheid die aan de opbouw van een volksorganisatie geen belangrijke plaats toekende. Daarom waren er na het vertrek van de regering geen plaatsen van terugtrekking en herarticulatie om het verraad van Moreno het hoofd te bieden.

Er is nog een ander element : de weg van de Conaie, met name een sector die doordrongen is van de inmenging van nationale en internationale NGO’s, verbonden met het buitenlands beleid van de V.S., en hun progressieve invloed op de leiding. Tegelijkertijd zijn er degenen die deze stroming binnen de beweging bestrijden. De vertaling van dit debat is vandaag het geschil binnen de Conaie en haar electorale instrument Pachakutik, tussen linkse sectoren -internationaal dicht bij Evo Morales- en diegenen die allianties onderhouden met de rechtervleugel en het anti-correista discours overnemen om de toenadering tot Lasso te rechtvaardigen. Yaku Perez, die zonder de interne mechanismen van de beweging te respecteren als derde kandidaat werd aangewezen in de eerste presidentsronde, is een van de belangrijkste figuren van deze tweede tendens.

Dit geschil leidde eerst tot de verklaring vóór de stembusgang van 11 april met de oproep van de Conaie tot een “ideologische nulstemming”. Die overeenkomst werd in de laatste dagen van de campagne gewijzigd, toen de vice-presidentskandidaat van Pérez opriep om op Lasso te stemmen, Iza aankondigde dat hij nooit op de kandidaat van rechts zou stemmen, en Vargas een onverwachte wending maakte: de publieke steun aan Arauz, tijdens een evenement in het Amazonegebied. “Andres heeft bereikt wat ik niet kon”, twitterde Correa na het bereikte akkoord. De Conaie bekrachtigde later de oproep tot een nietigverklaring van de stemming (door het ongeldig maken van stembiljetten). Hoeveel invloed zal dit akkoord hebben op het aantal stemmen? En wat zullen de gevolgen zijn in een eventuele regering-Arauz? Dit zijn enkele van de vragen waarop nog geen duidelijk antwoord is.

De laatste dagen

De opiniepeilingen zijn in het voordeel van Arauz, met een verschil van bijna vier punten, en meer dan 30% van de kiezers zou nul of blanco stemmen. De laatste dagen van de campagne nemen in dit kader een centrale plaats in: zij kunnen van doorslaggevend belang zijn om de vereiste meerderheid te behalen, met name omdat bijna een derde van de kiezers in opspraak is. Voor de campagne van Arauz zijn de tekenen van dreiging nog groter.

Dit was nooit een verkiezing met gelijke kansen. De Ecuadoriaanse instellingen werden omgevormd tot een apparaat tegen het Correisme, zoals het Openbaar Ministerie met de gerechtelijke vervolging, en de Nationale Kiesraad die de kandidatuur van Arauz vanaf het eerste uur heeft gedwarsboomd. Het is een context die doet denken aan de Boliviaanse verkiezingen in 2020, waar op het laatste moment nog operaties konden plaatsvinden tijdens de campagne, de nacht van de verkiezing, de dagen erna, tot aan de inauguratie. Het verschil in Ecuador is dat de regering democratisch is verkozen.

Deze reeks bedreigingen vindt plaats terwijl er tegelijkertijd een vuile campagne met bekende elementen wordt gevoerd. Een daarvan is het gebruik van Venezuela als beschuldigingsmiddel om angst aan te jagen in een land waar veel Venezolaanse immigranten wonen. De manoeuvre ging zo ver dat migranten voor tien of twintig dollar per dag werden ingehuurd om borden bij verkeerslichten te dragen zoals: “Omdat ik voor het socialisme heb gestemd, ben ik hier om aalmoezen aan het bedelen”.

De inzet van de verkiezingen is hoog. Op nationaal niveau zou een overwinning van Lasso een verdieping betekenen van het neoliberalisme onder leiding van de banken, nu zonder tussenpersonen: de regering in handen van degenen die het land als hun hacienda beschouwen. Politiek gezien zou het betekenen dat de burgerrevolutie definitief wordt verbannen, dat er nog vier jaar van selectieve vervolgingen volgen, dat het voor degenen die buiten zijn onmogelijk wordt om naar Ecuador terug te keren, met zaken die onder de meest diepgaande rechtspleging vallen, misschien wel de diepste van het continent.

Ook de internationale dimensie staat centraal. Een voorbeeld hiervan is de smerige campagne vanuit Argentinië via Clarín, met valse berichten over Arauz. En uit Colombia, via het tijdschrift Semana en het bureau van de procureur-generaal, op grotere schaal: de zonder bewijs verzonnen beschuldiging tegen de kandidaat van de burgerrevolutie dat hij financiering zou hebben ontvangen van het Colombiaanse Nationale Bevrijdingsleger.

Dit is dan weer de eerste verkiezing die in Zuid-Amerika zal plaatsvinden onder het bewind van Joe Biden in de Verenigde Staten. Zijn positionering ten opzichte van andere agenda’s, zoals Bolivia of Venezuela, heeft tot dusver meer continuïteit dan breuklijnen ten opzichte van het buitenlands beleid van Donald Trump laten zien. Hoe groot is de dreiging van een overwinning van Arauz, en wat is er nodig om die te voorkomen? Misschien moet het antwoord niet zozeer aan de top in het Witte Huis worden gezocht, als wel in de tussenliggende zones van de deep state die zijn agentschappen op het continent inzet.

Ecuador verschijnt op de continentale kaart met de mogelijkheid van een nieuwe progressieve regering. Het zou, mocht het gebeuren, de vierde overwinning in drie jaar zijn: de Mexicaan Andrés Manuel López Obrador in 2018, de Argentijn Alberto Fernández in 2019 en de Boliviaan Luis Arce in 2020. Arauz heeft bijzondere nadruk gelegd op de noodzaak om de instrumenten voor Latijns-Amerikaanse integratie, die door rechtse regeringen werden ontmanteld, opnieuw op te bouwen in een beleid dat is afgestemd op de strategie van Washington. En aan de nabije horizon zijn er verschillende presidentsverkiezingen in het continent, met name in Brazilië in 2022, met de nieuwe mogelijkheid van een kandidatuur van Lula da Silva.

De laatste dagen voor de stemming gaan voorbij zonder verkiezingsklimaat in de straten, met veel campagne in sociale netwerken, en onder noodtoestand. Ecuador staat voor een beslissend moment waarin Latijns-Amerika zichzelf kan zien als in een grote spiegel.

Marco Teruggi Argentijns socioloog. Hij speelde in de Anahí Associatie, in HIJOS en in het Volksfront Darío Santillán. Sinds begin 2013 woont hij in Caracas. Auteur van de boeken: “Ik keer altijd terug naar de voet van de boom”, “Gestichte dagen” en “Kronieken van communes, waar Chávez woont”. Werkt momenteel mee aan onder meer Telesur, Latin American Summary, Notes, Sudestada Magazine en Amphibian.