Bron:  Andreína Chávez Alava
venezuelanalysis 5 okt 2025 [EN]
Vertaald, met voorwoord door Marjolein van Pagee,
Media Mondo 12 oktober 2025 [NL]

De VS verzint verhalen over Venezolaanse drugskartels om geweld goed te praten en oorlog uit te lokken (Voorwoord)

Bron: Marjolein van Pagee, 
Media Mondo 12 oktober 2025 ~~~

Afgelopen vrijdag 10 oktober werd bekend dat de Venezolaanse oppositieleider María Corina Machado de Nobelprijs voor de Vrede had gewonnen. In Venezuela geldt zij als de meest trouwe supporter van Washington. Ook steekt ze haar steun voor Israël niet onder stoelen of banken. De timing is niet toevallig. Al wekenlang waarschuwt de Venezolaanse regering in Caracas dat de VS bezig is om een oorlog uit te lokken. Inmiddels zijn zo’n 4.500 Amerikaanse troepen en minstens acht oorlogsschepen voor de kust van Venezuela gestationeerd. In de afgelopen weken werden diverse aanvallen uitgevoerd op particuliere Venezolaanse boten op basis van de beschuldiging dat het drugssmokkelaars zouden zijn.

Voor de Engelstalige website Venezuelanalysis schreef de Venezolaanse journaliste Andreína Chávez Alava een artikel waarin ze ingaat op de historische achtergrond van de ‘narcostaat’ beschuldiging. Wat blijkt? Voorafgaand aan de Bolivariaanse revolutie van 1999 (het jaar dat Hugo Chávez aan de macht kwam) was de CIA zélf actief in het smokkelen van grote ladingen drugs.
Lees haar artikel in Nederlandse vertaling hier (vertaling: Media Mondo!)

Amerikaanse militaire belegering en beschuldigingen van ‘narco-staat’ tegen Venezuela: alles wat u moet weten

Bron: Andreína Chávez Alava 
Venezuelanalysis 5 oktober 2025 [EN],
Media Mondo!12 okteber 2025 [NL Vertaling] ~~~

Caracas heeft gewaarschuwd dat de VS een oorlog probeert uit te lokken, terwijl de regering-Trump doorgaat met buitengerechtelijke executies door boten te bombarderen.

In de afgelopen weken heeft het Amerikaanse Southern Command (SOUTHCOM) verschillende kleine Venezolaanse schepen gebombardeerd die beladen zouden zijn met drugs bestemd voor de VS. De aanvallen, waarbij de complete bemanning werd gedood, zijn onderdeel van Trump’s militaire campagne in het Caribisch gebied. In de ‘oorlog tegen drugs’ zouden de belangrijkste doelwitten drugskartels in de regio zijn, zowel bestaande als door hen verzonnen kartels.

Juridische experts menen dat de acties van de VS neerkomen op standrechtelijke executies. De bemanningsleden zijn nooit geïdentificeerd, ook zijn er geen ladingen drugs in beslag genomen. Zij stellen dat het gebruik van gewapend geweld disproportioneel is en in strijd met de internationale mensenrechten en het zeerecht. Caracas heeft de Amerikaanse militaire inzet in het Caribisch gebied scherp veroordeeld. De regering Maduro ziet de acties als pogingen om een ​​oorlog uit te lokken waarbij Venezuela zonder bewijs als narcostaat wordt afgeschilderd.

‘Narcoterroristen’ of burgers?

Afgelopen september gaf de Amerikaanse president Donald Trump voor het eerst toestemming voor de dodelijke aanvallen op Venezolaanse boten die ervan verdacht worden drugs te vervoeren. Er was geen instructie voor het onderscheppen of het in beslag nemen van drugs. Trump gaf daarbij aan dat hij aanvallen via land in Venezuela overweegt.

Eerste aanval

De eerste aanval vond plaats op 2 september. Trump plaatste een clip van 25 seconden waarin te zien is hoe een schip werd vernietigd door wat later een raket bleek te zijn die zou zijn afgevuurd vanaf een drone. Hij beweerde dat elf leden van ‘Tren de Aragua’ bij de operatie waren omgekomen, een drugskartel dat door de VS als ‘buitenlandse terroristische organisatie’ is aangemerkt.

De Venezolaanse minister van Binnenlandse Zaken, Diosdado Cabello, verklaarde dat de elf mannen burgers waren en dat de autoriteiten contact hadden opgenomen met hun families. Hij noemde de namen van de slachtoffers echter niet. Volgens onbevestigde lokale berichten kwamen de elf gedode mensen uit San Juan de Unare, in de noordoostelijke kuststaat Sucre, waar het schip naar verluidt was vertrokken. Anonieme Amerikaanse ambtenaren meldden dat de elfkoppige bemanning probeerde om te keren nadat ze Amerikaanse vliegtuigen hadden gezien, en dat een deel van hen omkwam bij een vervolgaanval nadat ze de eerste hadden overleefd.

Tweede aanval

De tweede aanval werd gemeld op 15 september. De 27 seconden durende clip die Trump publiceerde, toont een soortgelijke operatie: een vogelperspectief van een kleine boot die werd gebombardeerd. Bij de aanval kwamen drie bemanningsleden om het leven, die volgens Trump “uit Venezuela afkomstige narco-terroristen waren […] op weg naar de VS.”

Na de bomaanslag zei Trump dat er “grote zakken cocaïne en fentanyl” in de oceaan lagen. De Amerikaanse autoriteiten gaven echter geen beelden vrij van de drugslading.

Derde en vierde aanval

De derde aanval werd voor het eerst aangekondigd op 16 september en drie dagen later bevestigd door president Trump via zijn account op Truth Social. De clip van één minuut toont een speedboot die wordt getroffen door een luchtaanval. In zijn bericht schreef Trump dat drie “mannelijke narco-terroristen” werden gedood en dat het schip “gelieerd was aan een bekende terroristische organisatie.”

De vierde aanval vond plaats op 3 oktober. De Amerikaanse Minister van Defensie Pete Hegseth publiceerde een clip van 37 seconden waarin te zien was hoe de boot in vlammen opging na (zoals het eruitzag) meerdere aanvallen. Hij beweerde dat “vier mannelijke drugsterroristen” waren gedood en dat het schip “aanzienlijke hoeveelheden drugs” vervoerde. Na afloop liet de regering-Trump het Amerikaanse Congres weten dat ze verwikkeld zijn in een “gewapend conflict” met drugskartels.

Bij de vier aanvallen zijn minstens 21 mensen omgekomen (Screenshots)

In tegenstelling tot de eerste bomaanslag sprak de Amerikaanse regering in veel vagere termen over de tweede, derde en de vierde aanval. De naam van Tren de Aragua of andere kartels werden niet genoemd om verdere vragen te voorkomen naar aanleiding van de interne kritiek en de uitspraken van Amerikaanse juristen dat de bomaanslagen feitelijk standrechtelijke executies waren.

Geen van de vier vrijgegeven video’s toonde data, coördinaten of zichtbare tekenen van gevechten, onderschepping of inbeslagneming van de lading. De vermeende aanwezigheid van drugs lijkt vrijwel volledig te berusten op verklaringen van Trump en zijn ambtenaren.

Het ‘narcostaat-verhaal’ dient een doel

Volgens Washington is Venezuela grotendeels verantwoordelijk voor de Amerikaanse drugscrisis. Echter, het narcostaat-verhaal wordt slechts opgevoerd ter ondersteuning van het binnenland- en buitenlandbeleid van de VS.

Tren de Aragua

In februari voegde het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken Tren de Aragua toe aan de lijst van terroristische organisaties. Ze beweerden dat leden zouden zijn opgedragen om “Amerikaanse wetshandhavers aan te vallen en te doden” en dat de bende betrokken was bij ontvoering, afpersing en omkoping.

Zonder enig bewijs beschuldigde President Trump de regering-Maduro ervan banden te hebben met Tren de Aragua en dat bendeleden opzettelijk werden aangestuurd om de VS “binnen te vallen.”

In maart werd deze algemene beschuldiging gebruikt om de massadeportaties van Venezolanen in de VS op te voeren. Zo werden 252 Venezolaanse mannelijke migranten zonder vorm van proces naar een zwaarbewaakte gevangenis in El Salvador gestuurd. De link met de bende werd vastgesteld op uiterlijke criteria zoals tatoeages en nationaliteit. De mannen werden vijf maanden later vrijgelaten nadat de regering in Caracas en onafhankelijke onderzoekers hadden aangetoond dat ze niets met de bende te maken hadden.

In juli paste het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken het verhaal opnieuw aan door Tren de Aragua te koppelen aan georganiseerde misdaad en drugshandel. Dit is de basis van Trump’s bewering dat de elf mensen die in september omkwamen bij de eerste bootaanval drugshandelaren zouden zijn geweest. Er is geen enkele openbare verklaring hoe de bemanning van de boten als bendeleden waren geïdentificeerd.

In werkelijkheid is Tren de Aragua een lokale gevangenisbende uit de Venezolaanse staat Aragua die in 2023 bij een inval werd ontmanteld. Volgens een gelekt memo van de Amerikaanse inlichtingendienst had de bende geen enkele band met de Venezolaanse overheid en vormden ze geen regionale dreiging. Het betrof volgens hen een kleinschalig netwerk van drugshandel op straatniveau.

‘Cartel de los Soles’ en de aanklacht tegen Maduro

Cartel de los Soles kwam in juli in het nieuws als “buitenlandse terroristische organisatie”, een label waarmee de volledige Venezolaanse overheid, van president Maduro tot aan het leger, als drugskartel werd neergezet. Het bracht het vermeende kartel ook in verband met Tren de Aragua, het Mexicaanse Sinaloa-kartel, en Colombiaanse gewapende groepen en drugshandelaren.

In augustus verhoogde de regering-Trump de beloning voor informatie die zou leiden tot de arrestatie van president Maduro van 25 miljoen dollar (vastgesteld in januari) naar 50 miljoen dollar. In 2020 was de beloning door de rechtbank in New York nog vastgesteld op 15 miljoen dollar als onderdeel van een aanklacht tegen Maduro en 14 andere ambtenaren die van ‘narcoterrorisme’ werden beschuldigd.

Amerikaanse ambtenaren hebben nooit officieel juridisch bewijs geleverd dat het bestaan ​​van het drugskartel aantoont. Ook de beschuldigingen tegen Maduro en Venezolaanse organisaties zijn nooit onderbouwd. De Mexicaanse en Colombiaanse regeringen stelden dat er geen enkel bewijs is dat de Venezolaanse overheid betrokken zou zijn bij drugshandel.

Hoewel de aanklacht slechts gebaseerd is op ongefundeerde aantijgingen, gebruikt de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Marco Rubio, dit als dé juridische rechtvaardiging voor het sturen van militairen naar het Caribisch gebied en het aanwijzen van de regering in Caracas als kartel. Uiteraard heeft Rubio het niet over de rol van de Central Intelligence Agency (CIA) en de Drug Enforcement Agency (DEA) in de Venezolaanse drugshandel van vóór de Bolivariaanse revolutie van 1999.

De CIA zit zelf achter het vermeende ‘kartel’

Een verhaal over de Amerikaanse rol in de cocaïnehandel in het Venezuela van de jaren tachtig en negentig -waarbij een CIA-agent en een Venezolaanse generaal betrokken waren- wordt nu opzettelijk verdraaid om de indruk te wekken dat het ‘Cartel de los Soles’ zou bestaan. Het kartel zou zo heten vanwege het zonne-insigne (‘sol’) op de uniformen van hoge Venezolaanse militairen.

In een onthullend artikel uit 1993, toonde de Amerikaanse journalist Mike Wallace aan dat de CIA samenwerkte met de Venezolaanse generaal Ramón Guillén Dávila. Laatstgenoemde gaf tussen 1987 en 1991 leiding aan de anti-drugseenheid van de Nationale Garde van Venezuela. In 1967 was hij in de VS afgestudeerd aan de School of the Americas. Hij slaagde er in om minimaal 22 ton in Colombia geproduceerde cocaïne naar Venezolaans grondgebied te smokkelen. Vanuit Venezuela werd de drugs vervolgens rechtstreeks naar de VS gevlogen.

De operatie werd eind jaren negentig al eens ontmaskerd toen de Amerikaanse douane 460 kilo cocaïne in beslag nam op Miami International Airport en dit kon herleiden tot de CIA en Guillén. Later werd ontdekt dat de operatie onder leiding stond van Jim Campbell, de chef van de CIA-afdeling in Venezuela, en Mark McFarland, de CIA-officier in Caracas.

Links een artikel in de New York Times over de inbeslagname van drugs eind jaren 90. Rechts generaal Guillén en de lading drugs van de CIA.

De geheime missie was zogenaamd bedoeld om te infiltreren en inlichtingen te vergaren over Colombiaanse drugskartels. Volgens de toenmalige DEA-directeur Robert C. Bronner, hadden de in Caracas gevestigde Amerikaanse DEA-agenten niet direct deelgenomen aan de operatie maar waren ze er wel volledig van op de hoogte geweest, zonder er iets tegen te doen.

Nadat de Venezolaanse generaal Guillén immuniteit kreeg, bekende hij voor een rechtbank in Miami dat hij zelf ook had geprofiteerd van de cocaïnesmokkel. Maar toen het onderzoek in november 1993 door een grand jury werd heropend, verscheen Guillén niet. De generaal werd nooit uitgeleverd om terecht te staan ​​in de VS en zat enkele maanden gevangen in Venezuela voordat hij werd vrijgelaten.

De CIA stelde een intern onderzoek in waarvan de conclusie luidde dat er geen sprake was van wangedrag. Zo kwam tonnen cocaïne op de Amerikaanse straten terecht terwijl de betrokken partijen (waaronder het Colombiaanse Medellin-kartel) zich ongestraft konden verrijken. De CIA-functionarissen die Wallace had geïnterviewd, verontschuldigden zich door te stellen dat de DEA “dit altijd doet, ze laten de drugs vrij rondgaan”.

Deze gebeurtenissen vonden dus plaats vóór de machtsovername door president Hugo Chávez in 1999. In 2005 zette hij de DEA het land uit vanwege spionage- en drugshandelsoperaties waarbij undercoveragenten Venezolaanse ambtenaren in een kwaad daglicht probeerden te stellen. In 2014 en 2024 gelekte documenten bevestigden de destabiliserende activiteiten van de DEA.

Ook slaagde Chávez erin om geheime operaties van de Amerikaanse inlichtingendienst te ontmantelen. Zo werd de inmiddels gepensioneerde generaal Guillén in 2007 in Venezuela opgepakt in verband met een door de CIA georganiseerd complot om Chávez te vermoorden. Dit was na de door de VS gesteunde en mislukte staatsgreep uit 2002.

De Venezolaanse regeringen die aan de macht waren toen de CIA en Guillén hun drugshandel runden, kregen nooit het label ‘narcostaat’ opgelegd. Het narcostaat-verhaal werd slechts ingezet om Chávez te criminaliseren, waarbij de Amerikanen hem beschuldigden van juist dátgene wat de CIA, DEA en hun Venezolaanse bondgenoten daadwerkelijk hadden gedaan: samenwerken met Colombiaanse kartels en gewapende groepen om cocaïne naar de VS te smokkelen. Met dat verschil dat er nu geen concreet bewijs was.

De media en Venezolaanse overlopers bevestigen het verhaal

Na de dood van Chávez in 2013 werd het ‘narcostaat-verhaal’ nieuw leven in geblazen en in eerste instantie alleen toegepast op Chavista-leider Diosdado Cabello. Vervolgens werd ook president Maduro van betrokkenheid beticht, waarbij de media Venezolaanse overlopers en voortvluchtigen van de Venezolaanse justitie als kroongetuigen gebruikten.

Begin 2015 dook de mythe van het ‘Cartel de los Soles’ op in een speculatieve reportage-serie van het Spaanse nieuwskanaal ABC. Cabello, de toenmalige voorzitter van het Venezolaanse parlement, werd er in afgeschilderd als de zogenaamde leider van het kartel.

De enige bron was de bekentenis van Leamsy Salazar, de voormalige lijfwacht van Chávez en Cabello die eind 2014, onder bescherming van de DEA, naar de VS was overgelopen. Salazar werd Washingtons bodemloze put van ongefundeerde beweringen. Zo beweerde hij dat hij Cabello cocaïnezendingen naar de VS had zien sturen en dat hij Chávez had afgeluisterd die volgens hem opdracht gaf aan de levering van wapens en oliegeld aan de Colombiaanse FARC.

De Spaanse televisie-uitzendingen kregen alle lof van William Brownfield, de toenmalige Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken voor Internationale Narcotica en Rechtshandhaving. Brownfield was een fervent campagnevoerder voor regime-change en bekritiseerde de nationalisatie van Chávez. In 2018 eiste hij strengere sancties tegen de Venezolaanse oliesector om “het lijden” van de bevolking te verkorten.

Een andere Venezolaanse overloper die het narcostaat-verhaal heeft helpen promoten, is Eladio Aponte, een voormalig rechter van het Venezolaanse Hooggerechtshof. In 2012 was hij onder bescherming van de DEA naar de VS gevlucht nadat hij door de Venezolaanse gerechtelijke autoriteiten ervan was beschuldigd banden te onderhouden met drugsbaron Walid Makled. Vanaf dat moment fungeerde Aponte als getuige in diverse Amerikaanse drugs rechtszaken.

De meest beruchte kroongetuigen zijn echter Hugo ‘El Pollo’ Carvajal, de voormalige chef van de Venezolaanse inlichtingendienst en de gepensioneerde Venezolaanse generaal-majoor Cliver Alcalá. Beiden worden genoemd als verdachten in de Amerikaanse aanklacht uit 2020 tegen Venezolaanse ambtenaren.

Carvajal verbrak in 2017 de banden met de regering-Maduro en vluchtte twee jaar later uit Venezuela nadat hij had opgeroepen tot een militaire opstand en steun had betuigd aan de door de VS gesteunde ‘interimregering’ van Juan Guaidó. In 2021 werd hij in Spanje aangehouden. Hij probeerde uitlevering aan zowel Venezuela als de VS te voorkomen door de Spaanse autoriteiten informatie te verstrekken over vermeende illegale Venezolaanse financiering van de Spaanse linkse partij PODEMOS. Hij werd uiteindelijk in juli 2023 uitgeleverd aan de VS en bekende later schuldig te zijn aan samenzwering met als doel cocaïne naar de VS te importeren.

Met de klok mee: Leamsy Salazar, Eladio Aponte, Hugo ‘El Pollo’ Carvajal en Cliver Alcalá.

De voormalige inlichtingenchef zal naar verwachting op 29 oktober worden veroordeeld en riskeert een levenslange gevangenisstraf. Carvajals schuldbekentenis staan echter in contrast met zijn eerdere ontkenningen, wat leidde tot speculatie over strafvermindering.

Het verhaal van Alcalá is vergelijkbaar. Hij brak in 2013 met de regering van Maduro. Later was hij betrokken bij twee staatsgrepen, waaronder de mislukte ‘Operatie Gideon’. Op 23 maart 2020 werd hij in Colombia gearresteerd wegens wapensmokkel – slechts enkele weken voor de mislukte huurlingeninvasie. Drie dagen later vaardigde het Amerikaanse ministerie van Justitie de aanklacht ‘narcoterrorisme’ uit, waarna Alcalá zich overgaf aan de DEA en naar de VS werd gevlogen. Tijdens het proces ontkende hij de aanklachten over drugshandel en zei dat hij minstens zeven keer met Amerikaanse functionarissen had gesproken.

Alcalá, die een minimumstraf van 50 jaar boven het hoofd hing, onderhandelde over strafvermindering en in 2024 werd hij uiteindelijk veroordeeld tot bijna 22 jaar celstraf wegens wapenlevering aan de Colombiaanse FARC. Als onderdeel van de schikking liet het Amerikaanse Openbaar Ministerie de aanklacht over drugshandel in stilte vallen.

Opvallend genoeg wordt Alcalá door de media neergezet als de belangrijkste leider van het zogenaamde Cartel de los Soles. In de loop der jaren zijn beschuldigingen van drugshandel tegen Caracas geuit door grote media zoals The New York Times, The Wall Street Journal en The Washington Post, die zich baseerden op de ongefundeerde getuigenissen van beide overlopers.

Een dekmantel voor interventie

In 2007, twee jaar nadat Chavez de DEA het land had uitgezet, werd Venezuela door het Bureau voor Drugs- en Misdaadbestrijding van de Verenigde Naties (UNODC) uitgeroepen tot een land waar geen illegale drugsteelt voorkomt. Sindsdien nam de inbeslagname van verdovende middelen elk jaar toe. Alleen al in 2025 nam Venezuela 60 ton drugs in beslag, aldus militaire woordvoerders.

Het Wereld Drugsrapport van de VN uit 2025 concludeerde opnieuw dat Venezuela noch een grote drugsproducent, noch een belangrijke internationale smokkelroute is. Het zogenaamde Cartel de los Soles en Tren de Aragua komen niet eens terug in een voetnoot.

Het rapport is overduidelijk: Colombia, Peru en Bolivia zijn de belangrijkste leveranciers van cocaïne in Latijns-Amerika, waarbij de overgrote meerderheid (meer dan 80 procent) van de zendingen de VS en Europa bereikt via de oostelijke Stille Oceaan en de aan Washington gelieerde Midden-Amerikaanse landen. Het DEA-rapport uit 2017 concludeerde ook dat minder dan 10 procent van de cocaïne die naar de VS gaat, via Venezuela gaat. Het National Drug Threat Assessment-rapport van het agentschap uit 2024 bevat zelfs geen enkele verwijzing naar Venezuela, Cartel de los Soles of Tren de Aragua.

Het UNODC merkte ook op dat synthetische opioïden zoals fentanyl en methamfetamine in geheime Noord-Amerikaanse laboratoria worden geproduceerd en tussen de VS en Mexico de grens overgaan. Dit ontkracht Trumps beweringen dat de fentanyl in de VS uit Venezuela afkomstig is.

Pino Arlacchi, voormalig directeur van het UNODC, stelt dat het narcostaat-verhaal slechts propaganda is verpakt als ‘inlichtingen’, met het doel een ​​door olie aangestuurde agenda voor regime-change te rechtvaardigen.

Militaire interventie in aantocht?

De USS Sampson meerde op 2 september aan in Panama-stad, terwijl Washington zijn militaire aanwezigheid in de Caribische wateren verder uitbreidt. [getty images]

Met de bewering dat Maduro een drugskartel leidt, is Washingtons hernieuwde “oorlog tegen drugs” niet meer te onderscheiden van hun plannen voor regime-change. De huidige dreiging volgt op 25 jaar dat Washington haar pijlen richt op het olierijke Venezuela. Een land dat niet alleen verlamd wordt door de economische sancties maar ook slachtoffer is van invallen door Amerikaanse huurlingen gepleegd.

Trumps topambtenaren zouden aandringen op een militaire aanval in Venezuela. Witte Huis-medewerker Stephen Miller zou degene zijn die aanspoort tot het bombarderen van boten om Latijns-Amerikaanse landen te dwingen voor Washington op de knieën te gaan. Zo’n 4.500 Amerikaanse troepen en minstens acht oorlogsschepen zijn nu gestationeerd voor de kust van Venezuela. Deze troepenmacht, die kleine vermeende drugsschepen moet vernietigen, is onevenredig groot. Hoewel dit niet genoeg is voor een invasie, wijst de inzet in het Caribisch gebied -dat ver weg ligt van de daadwerkelijke drugsroutes in de Stille Oceaan- niet op drugsbestrijding maar op een politieke agenda. De New York Times meldt dat er clandestiene elitetroepen in de regio worden ingezet, wat suggereert dat commando’s mogelijk een aanval zullen plegen.

Op 2 oktober veroordeelde Caracas het illegaal binnendringen van het Venezolaanse luchtruim door vijf Amerikaanse straaljagers die dicht langs de kust vlogen. De Venezolaanse regering noemde het “een provocatie die de nationale soevereiniteit bedreigt en in strijd is met het internationaal recht”. De Venezolaanse regering diende hierop een klacht in bij de VN-Veiligheidsraad. Washington heeft minstens tien F-35-vliegtuigen naar Puerto Rico gestuurd als onderdeel van de militaire opbouw.

Caracas heeft opgeroepen tot vrede en dialoog, maar is tegelijkertijd ook begonnen met het houden van militaire oefeningen. Ook worden voorbereidingen getroffen voor het uitroepen van de staat van beleg. Venezuela is een land dat niet voor de eerste keer bedreigd wordt.