Bron: Joe Emersberger 
fair.org 27 september 2021 ~~~

HBO Max is op 15 september begonnen met het uitzenden van een documentaire: A La Calle (“Naar de Straat”), die al eerder in wereldwijd filmfestivals te zien is geweest[1]. Het portretteert door de VS gesteunde oppositieleiders in Venezuela als pro-democratie helden die vechten tegen een wrede dictatuur – een totale omkering van de werkelijkheid.

Daily Beast: Venezuela's afdaling naar de socialistische hel vastgelegd
Volgens Nick Schager van Daily Beast (13/9/21), behandelt A La Calle “de trieste stand van zaken die Venezuela teistert, een land dat geregeerd wordt door een zogenaamde ‘socialistische’ dictator die weigert zijn antidemocratische aard te erkennen.”


Een artikel in de Daily Beast (13/9/21) waarin de film wordt gepromoot, heeft als kop “Capturing Venezuela’s Descent Into Socialist Hell,” wat kort en bondig de strekking van de film weergeeft, en suggereert waarom het een groot bedrijfsplatform heeft gevonden zoals HBO Max, een dochteronderneming van AT&T’s WarnerMedia.

Uit de trailer alleen al blijkt duidelijk dat A La Calle de Venezolaanse oppositieleider Leopoldo López afschildert als een nobele democraat. Dat is schandalig.

Erfenis van gewelddadige couppogingen

López, een voormalig topman uit de olie-industrie, was een van de plegers van een door de VS gesteunde staatsgreep in 2002 die de toen democratisch gekozen president, Hugo Chávez, kortstondig van de troon stootte. Een dictatuur onder leiding van zakenman Pedro Carmona doodde 60 demonstranten tijdens de twee dagen dat ze aan de macht was. (Nog eens 19 mensen, de helft van hen Chavistas, werden gedood in gewelddadige confrontaties net voor de staatsgreep). López – samen met een andere prominente politicus, Henrique Capriles – leidde de ontvoering van een minister van de regering van Chávez toen Carmona aan de macht was. López verscheen op de lokale tv en zei trots dat hij “president Carmona” over de ontvoering had ingelicht.

Leopoldo Lopez in A La Calle
Leopoldo López (midden) en zijn vrouw Lilian Tintori (links) krijgen veel te zien in A La Calle – en dat allemaal om hen te verheerlijken.

Enkele maanden later steunde López een tweede grote couppoging, de door de oppositie geleide sabotage van de olie-industrie die bijna alle exportinkomsten van Venezuela opleverde. De couppogingen tegen Chávez dreven het armoedecijfer op tot meer dan 60% begin 2003.

López steunde in 2013 opnieuw gewelddadige protesten nadat de kandidaat die hij steunde, Henrique Capriles, weigerde zijn verlies van president Nicolás Maduro te aanvaarden in de eerste presidentsverkiezingen na de dood van Hugo Chávez. Later dat jaar bekritiseerde López Capriles voor het afblazen van de protesten, waarbij hij zei dat ze hadden moeten doorgaan totdat Maduro was afgezet. Toen Henrique Capriles de protesten afblies, waren er al negen doden gevallen, allen aanhangers van Maduro.

López startte begin 2014 protesten die tot 43 doden leidden: De helft daarvan wijst sterk op de verantwoordelijkheid van zijn aanhangers. Pas na het leiden van die vierde door de VS gesteunde poging om de verkozen Venezolaanse regering af te zetten, ging López uiteindelijk de gevangenis in.

Misdaden niet goedpraten maar negeren

Ik heb de hele documentaire bekeken, benieuwd hoe de film alle couppogingen van López zou goedpraten en hoe hij het geweld van zijn aanhangers en bondgenoten in de afgelopen 20 jaar zou ontkennen.

Ik vroeg me ook af hoe de film de moorddadige economische sancties van de VS tegen Venezuela zou goedpraten – oorlogshandelingen die al aan het eind van 2018 in verband zijn gebracht met de dood van tienduizenden Venezolanen. Tegen 2021 hebben de Amerikaanse sancties, die sinds 2019 onophoudelijk zijn verscherpt, de inkomsten van de Venezolaanse regering met 99% verminderd, volgens de speciale VN-onderzoekster Alena Douhan.

Ik verwachtte slechte argumenten te zien die al deze misdaden rechtvaardigden. In plaats daarvan heeft de documentaire ze volledig weggewerkt. Geen van deze zaken werd ook maar één keer genoemd: niets over de door de VS gesteunde couppogingen van vóór 2014, niets over de verwoestende economische oorlogsvoering die de VS Venezuela sinds 2017 heeft aangedaan.

De Venezolaanse econoom Ricardo Hausmann en Tamara Taraciuk (adjunct-directeur voor de Americas van Human Rights Watch) verdienen speciale aandacht voor de leugenachtigheid van de verklaringen die zij aflegden.

Vervormde geschiedenisles

Ricardo Hausmann in A La Calle.
“In 2004 schoot de olieprijs omhoog”, zegt econoom Ricardo Hausmann – alsof de olieprijzen niet al sinds 1998 een stijgende lijn vertoonden.

In de film zei Hausmann dat Chávez aan de macht kwam omdat 1998, het jaar waarin Chávez voor het eerst werd gekozen, “een economisch moeilijk jaar was.” In feite heeft Venezuela een paar rampzalige decennia achter de rug voordat Chávez voor het eerst werd gekozen. Hausmann kan het weten, want in 1992 werd hij minister in de regering van Carlos Andres Pérez, die in 1989 het bloedbad van Caracazo had aangericht: honderden, mogelijk duizenden arme mensen werden neergeschoten tijdens vijf dagen van protesten tegen een bezuinigingsprogramma dat was opgelegd door het IMF.

In een recent artikel (FAIR.org, 8/26/21), bekeken Justin Podur en ik Venezuela’s economische geschiedenis, waarbij we aantoonden dat het altijd geplaagd is geweest door schokkende armoede en ongelijkheid, ondanks het feit dat Venezuela een belangrijke olie-exporteur was sinds de jaren 1930. Natuurlijk is “Venezuela’s afdaling naar de kapitalistische hel” geen kop die je waarschijnlijk zult aantreffen in de berichtgeving van de media uit de tijd vóór Chavez.

Na op bedrieglijke wijze te hebben uitgelegd waarom Chavez voor het eerst werd gekozen, ging Hausmann verder met grotere leugens. “Hugo Chávez heeft in de eerste vijf jaar veel dingen veranderd,” zei hij, “maar de economische situatie is niet verbeterd.”

Dat is een zeer grove leugen van nalatigheid. Hausmann verzuimde te zeggen dat Chávez in die eerste vijf jaar werd getroffen door twee grote, door de VS gesteunde couppogingen die de economie verwoestten. Door deze couppogingen te overleven, was Chávez in 2003 eindelijk in staat om de controle te krijgen over de staatsoliemaatschappij, PDVSA, de belangrijkste bron van harde valuta van het land.

Hausmann bedroog de kijkers vervolgens opnieuw door te zeggen: “In 2004 schoot de olieprijs omhoog. Plotseling realiseert Hugo Chavez zich dat hij veel geld heeft.”

De olieprijs was eigenlijk al aan het stijgen sinds 1998, het jaar voordat Chávez zijn ambt aanvaardde. Gelukkig voor de meeste Venezolanen bleven de olieprijzen nog enkele jaren stijgen nadat Chavez eindelijk de controle over de PDVSA had overgenomen van saboteurs. Daardoor kon de economie zich snel herstellen van de couppogingen en beginnen aan een periode van drastische armoedebestrijding.

Armoede en extreme armoedecijfers in Venezuela
De armoede in Venezuela daalde sterk, niet toen de olieprijzen stegen, maar toen president Hugo Chávez de pogingen van de oppositie om de economie te saboteren, onderbrak. Bron: INEC via CEPR (3/7/13)

Geen “recent” precedent?

Tamara Taraciuk van Human Rights Watch beweert dat gewelddadige protesten “geen precedent hebben in de recente Venezolaanse geschiedenis” – wat wijst op een zeer beperkte kennis van de recente Venezolaanse geschiedenis.

Ongeveer 40 minuten in de documentaire zegt Tamara Taraciuk van Human Rights Watch dat de gewelddadige protesten van 2017 (waarvan de film laat zien hoe Leopoldo López ze aanmoedigt vanuit zijn gevangeniscel) “geen precedent hebben in de recente Venezolaanse geschiedenis.” Het woord “recent” doet zwaar aan in deze absurde uitspraak.

Was de couppoging van april 2002 (waarbij 79 mensen, overwegend aanhangers van Hugo Chávez, om het leven kwamen en de regering kortstondig omver werd geworpen) niet “recent”, dodelijk of politiek significant genoeg om een “precedent” te bieden voor de protesten in 2017, waarbij 126 mensen omkwamen? Ook is het niet duidelijk of de meeste slachtoffers in 2017 demonstranten van de oppositie waren. Sommige van de demonstranten begingen gruwelijke wreedheden, zoals het levend verbranden van Orlando Figuera, een 21-jarige Afro Venezolaanse regeringsaanhanger.

Hoe zit het met het Caracazo bloedbad van 1989, dat werd aangericht door een pro-Amerikaanse regering? Telt dat als “recente Venezolaanse geschiedenis”? In vijf dagen tijd overtrof het dodental van de Caracazo, mogelijk ##met een orde van grootte, het gecombineerde dodental aan ##alle kanten tijdens door de VS gesteunde protesten tegen Venezuela’s Chavista regeringen in 2002, 2013, 2014 en 2017. (Overigens had het bloedbad van Caracazo ook geen invloed op de vriendschappelijke betrekkingen tussen de VS en Venezuela, of op de vleiende berichtgeving van de Amerikaanse pers over de Venezolaanse regering in die tijd-FAIR.org, 8/26/21.)

Ongeveer een uur en 28 minuten in de film zegt Taraciuk dat elke “fatsoenlijke regering” in Venezuela’s penibele economische situatie “om hulp zou vragen,” maar dat Maduro “de deur heeft gesloten voor internationale hulp, die beschikbaar is.” Dit was een algemeen verkondigde leugen rond februari 2019, toen de regering van Trump, vers van het erkennen van Juan Guaidó als Venezuela’s interim-president, eiste dat Venezuela’s leger Maduro trotseerde en ongeveer 20 miljoen dollar aan vermeende “hulp” vanuit Colombia binnen zou laten (FAIR.org, 2/12/19).

Zelfs toen was deze hoeveelheid “hulp” een afrondingsfout vergeleken met de impact van de economische sancties die Trump sinds augustus 2017 had opgelegd. Taraciuk stelt nooit het “fatsoen” in vraag van Trump die er doelbewust voor koos om een economie te wurgen die al in crisis was. Dat alleen al maakt haar opmerking obsceen, maar ook had Maduro, in tegenstelling tot wat zij beweert, verzocht om internationale hulp die Venezuela ontving voorafgaand aan de door de VS geleide hulpstunt van 2019 (FAIR.org, 2/12/19).

Toegewijd aan ontkrachte propaganda

New York Times analyse van Venezolaanse vrachtwagenbrand
Een analyse van de New York Times (3/10/19) toonde aan dat het een demonstrant was en niet de Venezolaanse regering die een hulptruck in brand stak.

De documentaire is gebaseerd op reeds ontkrachte propaganda uit 2019 en wekt ook de indruk dat een hulptruck aan de Colombiaanse grens in brand werd gestoken door krachten die loyaal zijn aan Maduro. “Drie of vier vrachtwagens kwamen het Venezolaanse grondgebied binnen, maar een ervan werd in brand gestoken”, zegt López op camera. The Grayzone (2/24/19) en even later zelfs de New York Times (3/10/19) weerlegden die leugen destijds en merkten op dat uit videobeelden blijkt dat de vrachtwagen in brand werd gestoken door een demonstrant van de oppositie.

Na 2019 gingen de Westerse media in feite verder met het pushen van de leugen dat Maduro internationale hulp afwijst, grotendeels omdat Trump, en nu Biden, zo schaamteloos sadistisch werden met hun economische oorlogsvoering tegen Venezuela (FAIR.org, 3/25/20, 7/21/21).

Ongeveer 70 minuten in de documentaire insinueert Taraciuk sterk dat stemmen niet geheim waren tijdens de presidentsverkiezingen van mei 2018 die Maduro met een verpletterende meerderheid won, door te zeggen dat kiezers “langs de punto rojo moesten gaan om hun stem te registreren.” De puntos rojos (“rode punten”) zijn kiosken die de regering altijd heeft opgezet in de buurt van stemcentra voor exit polling. Zelfs een anti-Maduro schrijver die deze kiosken aanviel als “chantage” gaf toe dat de regering niet kan weten hoe mensen hebben gestemd.

Het is ook diep hypocriet om te beweren dat Maduro kiezers dwong, terwijl je de duidelijke dreiging negeert die de VS de Venezolaanse kiezers sinds 2017 heeft gestuurd: dat de verlammende economische oorlogsvoering tegen Venezuela zal doorgaan en intensiveren totdat Maduro uit de macht gezet wordt.

In ieder geval was het aantal stemmen van Maduro in 2018 in overeenstemming met het steunniveau dat een Pew Research-peiling (echt geen een pro-Maduro organisatie) enkele maanden later suggereerde dat hij had. Daaruit bleek dat 33% van de Venezolanen “erop vertrouwt dat de nationale regering doet wat goed is voor Venezuela.” Dat is ook een mate van steun onder kiesgerechtigden die routinematig verkiezingen wint in Canada, de VS en het VK (Mint Press News, 1/28/19).

Een deel van de Westerse mediakudde

Een BBC-journalist fronst zijn wenkbrauwen bij Nicolás Maduro in A La Calle.

Gedurende de hele film versterken talrijke clips van grote mediakanalen de oneerlijkheid van de film. Fox News-correspondent Bryan Llenas zegt: “Venezuela bezwijkt onder het gewicht van Maduro’s onderdrukkende regime.” Een BBC-journalist kijkt met keizerlijke minachting naar Maduro terwijl hij, heel terecht, de bewering dat zijn herverkiezing in 2018 onwettig was verwerpt.

Westerse media hebben lang een soort steno ontwikkeld, eindeloos herhaald, dat totale straffeloosheid eist voor door de VS gesteunde politici zoals Leopoldo López in Venezuela. Elke juridische consequentie voor door de VS gesteunde opruiing wordt afgeschilderd als onderdrukking (FAIR.org, 4/23/18).

Amerikaanse entertainmentmedia hebben ook bijgedragen aan de belasterende campagne tegen Maduro’s regering (FAIR.org, 9/18/19). Vorig jaar deed Ethan Hawke een huichelachtig interview met López (een oude vriend die Hawke ontmoette toen hij op een particuliere middelbare school in New York zat). Het is heel gemakkelijk te begrijpen waarom HBO Max verkoos een documentaire uit te zenden die zo belachelijk is als A La Calle.

[1] NOOT:De documentaire was ook onderdeel van het het Human Rights Watch Film Festival ff.hrw.org ism de Groene Amsterdammer, en kon tussen 12 en 14 februari gratis on-line bekeken worden.

Ook tijdens het Nederlandse Movies that Matter Film Festival #MtMF21 (een samenwerking met Amnesty International en Pakhuis de Zwijger) werd de film op 20 en 24 april on demand gestreamed, inclusief een interview met meervoudig staatsgreeppleger Leopoldo Lopez, zijn vrouw Lilian Tintori en filmdirector Nelson Navarrette.

Het is zeer waarschijnlijk dat deze anti-chavismo propagandafilm dit najaar via de mainstream propaganda-kanalen in Europa, w.o. 2Doc/VPRO, verspreid zal gaan worden, om steun in het westen te genereren voor een evt gewelddadige staatsgreep, rond de jaarwisseling of voorjaar 2022.

MoviesThatMatter.nl 2021 ONLINE On Demand
Tue 20 April 17:00, with talk:

“After the film journalist Alwin Helmink speaks with activist Lilian Tintori opposition leader Leopoldo López about the sacrifices that they made to fight for democracy in Venezuela. “