Bron: Carmen Navas Reyes en Laura Franco
peoplesdispatch 18 maart 2021 ~~~

Carmen Navas Reyes en Laura Franco reageren op het artikel in de New York Times dat pretendeert de problemen van Venezolaanse vrouwen te bespreken zonder de economische en financiële blokkade te noemen die aan het land is opgelegd

Op 20 februari publiceerde de New York Times een artikel met de titel “Venezolaanse vrouwen verliezen toegang tot voorbehoedsmiddelen, en controle over hun leven.” Dit artikel probeert de werkelijkheid te verdraaien, omdat het volledig voorbijgaat aan de belegering en de agressie waaraan het Venezolaanse volk momenteel wordt blootgesteld.

Voor een betere context moeten we opmerken dat Venezuela in 2012 volledig vrije toegang heeft gegeven tot veilige en goede voorbehoedsmiddelen, met een dekking van 22,16% in het nationale openbare gezondheidszorgsysteem. De toegang was bijna universeel, zowel vanwege de koopkracht van de Venezolanen op dat moment als omdat zowel particuliere als openbare gezondheidsnetwerken tot 70% werden gesubsidieerd door de regering, met fondsen die werden gegarandeerd door de buitenlandse inkomsten van het land.

Deze realiteit veranderde abrupt in 2014 met het formele begin van agressie die de vorm aannam van economische oorlogsvoering en de toepassing van unilaterale dwangmaatregelen (UCM’s) tegen Venezuela. Een van de negatieve effecten die zich al vroeg voordeden, was juist het tekort aan voorbehoedsmiddelen en hun verhoogde prijzen. Het resultaat: een verlies van autonomie over onze seksualiteit, waardoor de mogelijkheden voor preventie en gezinsplanning werden beperkt. Dit leidde tot een toename van een aantal indicatoren zoals tienerzwangerschappen, seksueel overdraagbare infecties en moedersterfte, die wij veroordelen als nevenschade van de sancties.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken houdt altijd vol dat de sancties niet tegen de Venezolaanse bevolking zijn gericht, maar tegen hoge regeringsfunctionarissen. Maar de realiteit is dat geen enkele Venezolaan gespaard blijft van de gevolgen van dit soort oorlogsvoering, ongeacht zijn of haar sociale status. Dit wordt erkend door zowel de aanhangers van de regering als de oppositiepartijen. De wereld moet weten dat de Verenigde Staten niet hebben geprobeerd om de democratie in Venezuela te “redden”. De overheersende interesse tot nu toe – en we hopen dat dit verandert met de nieuwe democratische regering – is geweest om zich de hulpbronnen en bronnen van rijkdom van het land toe te eigenen, om het collectieve wereldbeeld van de ideeën van socialisme en bevrijding te elimineren, om het chavismo uit te roeien en ons zo van onze soevereiniteit te beroven.

De eenzijdige dwangmaatregelen, die ten onrechte “sancties” worden genoemd, vormen derhalve een vorm van oorlogvoering, een stille misdaad en zeker een misdaad tegen de menselijkheid, zoals deze door de Verenigde Naties wordt gedefinieerd. De UCM’s zijn bedoeld om te vernietigen, om zowel fysiek als psychisch letsel te veroorzaken. Zij worden op discriminerende en minachtende wijze toegepast; zij zijn erop gericht de wil van het volk te veranderen door middel van een vorm van geweld.

Deze aanvallen zijn constant, algemeen en systematisch tegen een burgerbevolking, en zij vormen het beleid van een land dat economisch en militair superieur is. Dit is een onevenredige aanval op deze bevolking, en als zodanig een flagrante schending van de mensenrechten. Sinds de verspreiding van de UCM’s zijn de bankrekeningen van de Venezolaanse staat over de hele wereld opzettelijk bevroren. Ze hebben transacties geblokkeerd en openbare goederen geconfisqueerd die aan iedere Venezolaan toebehoren. Leveranciers krijgen rechtstreekse orders om geen zaken te doen met Venezuela, en anderen gaan over tot naleving uit angst getroffen te worden.

Venezolaanse vrouwen veroordelen hoe het Amerikaanse imperium openlijk de belangrijkste aanjager is geweest van de hybride oorlog tegen het Venezolaanse volk. Sinds 2014 hebben de VS meer dan 150 eenzijdige dwangmaatregelen (zgn sancties) toegepast die niet alleen de seksuele en reproductieve rechten van vrouwen aantasten, maar die het ook moeilijk en soms onmogelijk hebben gemaakt om toegang te krijgen tot voedsel, medicijnen, medische zorg, schoon water, hygiëne, openbaar vervoer, elektriciteit, en telefoon- en internetdiensten (zie het rapport van de speciale VN-rapporteur Alena Douhan). Het lijdt geen twijfel dat de blokkade en de sancties de Venezolaanse bevolking schade en leed hebben berokkend, en deze schade is in het geval van vrouwen en kinderen onmeetbaar. De sancties en de blokkade zijn niet alleen gehandhaafd tijdens de pandemie, zij zijn zelfs uitgebreid.

De laatste grote volksmobilisatie in Venezuela was een feministische manifestatie op 8 maart 2020. Duizenden van ons kwamen de straat op om de rechten te verdedigen die we dankzij de Bolivariaanse Revolutie en haar historische leider Hugo Chávez hebben verworven. We gingen de straat op om de sancties en de criminele blokkade te veroordelen, maar ook om aan te dringen op onze feministische strijd en eisen, waaronder niet alleen de legalisering van abortus (waar de door de oppositie gecontroleerde Nationale Assemblee van 2015-2020 van afzag), maar ook het recht op een goed leven zonder dreiging van imperialistische oorlogen en invasies.

Voor de Venezolaanse vrouwen is de verdediging van de Bolivariaanse Revolutie een beginsel dat niet mag worden losgelaten, omdat het, hoewel onvolmaakt, een voorbeeld is van humanistische politiek. In Venezuela, waar de inkomsten praktisch negatief zijn, blijft de regering voorrang geven aan sociale investeringen en maatregelen nemen om de armsten te helpen de verwoestingen van de oorlog het hoofd te bieden. Men begrijpt dat dit het enige mogelijke antwoord is op de blokkade.

Midden in een pandemie is een voorbeeldig overheidsbeleid gevoerd om besmetting met het coronavirus en sterfgevallen te voorkomen, door onder meer medische behandeling, werkgelegenheid en salarissen te garanderen. Als men deze realiteit vergelijkt met die van de vrouwen in de kapitalistische landen, is men zich meer bewust van de strijd die wordt gevoerd.

In Venezuela is het volksfeminisme een dynamische en veeleisende kracht. Op 4 en 6 maart organiseerden we een nationale en internationale online bijeenkomst onder de naam Todas Venezuela (Iedereen Venezuela) om te debatteren, te analyseren en acties voor te stellen met betrekking tot ons recht op gezondheid, leven, recreatie, een productieve economie, het recht op abortus, gelijkheid in het huwelijk, feministische en antipatriarchale spiritualiteit, gelijke politieke participatie, en hoe we worden getroffen door sancties en de blokkade.

Dit alles is mogelijk omdat we leven in een land waar participatieve democratie een dagelijkse oefening is van bewustzijn en actie door de overgrote meerderheid. Wij nodigen Julie Turkwetiz en Isayen Herrera, auteurs van bovengenoemd artikel, uit om ons te ontmoeten, te schrijven over deze activiteit, en vrouwen te interviewen die in de frontlinie staan van het verzet tegen de blokkade en de sancties.

Tot slot willen wij de internationale gemeenschap oproepen om de agressie en bedreigingen tegen Venezuela af te wijzen. Uitingen van solidariteit en zusterschap zijn van vitaal belang. Venezolaanse vrouwen zijn niet geneigd afstand te doen van onze rechten, de rechten die we alleen tijdens de revolutie hebben kunnen bereiken, behouden en verdiepen.

Carmen Navas Reyes en Laura Franco zijn werkzaam bij het Simon Bolivar Instituut voor Vrede en Solidariteit tussen de Volkeren in Venezuela.

Topfoto: Venezolanen protesteren tegen de door de VS opgelegde blokkade.


Eerdere berichten over de sancties van de VS