Bron: Mision Verdad  15  Juni 2020 (SP)
orinocotribune 17 juni 2020 (EN) ~~~ 

Belangrijke gebeurtenissen hebben deze week in de Venezolaanse politiek plaatsgevonden.

Na een akkoord tussen de Venezolaanse regering en de anti-Chavez-partijen die deelnemen aan de Nationale Dialoogtafel (1), werd het Hooggerechtshof van Justitie (TSJ) formeel verzocht een nieuwe Nationale Kiesraad (CNE) te benoemen, gezien het feit dat het Venezolaanse parlement een wetgevende nalatigheid heeft begaan en de kiescommissie niet heeft meegewerkt aan het opstellen van de kiezerslijsten.

De raad van bestuur van het verkiezingsorgaan werd enkele dagen later benoemd (2), waarmee een fundamentele stap werd gezet op weg naar parlementsverkiezingen dit jaar om de samenstelling van de wetgevende macht te vernieuwen, zoals de huidige Venezolaanse grondwet voorschrijft.

Zoals verwacht hebben de traditionele partijen van de zogenaamde G4 de benoeming afgewezen en hebben ze aangegeven dat ze niet zullen deelnemen aan de komende verkiezingen.

Afgevaardigde Juan Guaidó heeft in een nieuwe aanslag op de rechtsorde van het land aangkondigd, dat hij de termijn van zijn neppe “interim-presidentschap” zal verlengen, op basis van de steun van de Verenigde Staten en andere westerse landen voor zijn vermeende presidentschap van het Venezolaanse parlement, waarbij hij negeert dat de afgevaardigde van de oppositie (3), Luis Parra, hem eerder dit jaar als nieuwe president van de nationale wetgevende macht heeft opgevolgd.

De vorming van de nieuwe electorale organisatie heeft de spanningen in anti-Chavismo aangescherpt en de interne geschillen geradicaliseerd. Degenen die deel uitmaken van de Nationale Dialoogtafel analyseren de parlemenverkiezingen als een kans om de traditionele partijen van de politieke en electorale tafel te verdringen, waarop de G4 heeft gereageerd met een versterking van haar afwijzingstrategie.

De chantage is tweerichtingsverkeer: terwijl de G4 de afwijkende partijen ervan beschuldigt de stabiliteit van het “Maduro-regime” te begunstigen, beweren deze actoren, die traditioneel worden uitgesloten van het anti-Chavistische politieke leiderschap, dat onthouding niet bevorderlijk is voor politieke verandering.

Nu de wrijving is toegenomen, lijken de anti-Chavismo machtsblokken nog verder gefragmenteerd: er zijn met Guaidó rivaliserende personen , zoals María Corina Machado, die het niet eens zijn met de deelnemers aan de Nationale Dialoogtafel en ook niet met de G4; en anderen, zoals Henrique Capriles, die inzetten op parlementsverkiezingen tegen de stroom van de dominante tendensen van hun eigen partij, Primero Justicia.

Bijeenkomst van de Nationale Dialoogtafel, december 2019. Foto: Media

Het gezegde “de vijand van mijn vijand is mijn vriend” is niet in vervulling gegaan als we het over anti-Chavismo hebben.

De G4 heeft geprobeerd zich te laten zien als een solide, eengezind blok met het vermogen om het meerderheidsgevoel van de anti-Chavistas te voort te slepen in het aangezicht van de komende verkiezingen. Maar intern gaat het niet goed.

Tot nu toe werd Juan Guaidó’s partij, Voluntad Popular, deze maand drie keer met ontslag van zijn leidende kaders geconfronteerd; van Rosmit Mantilla (plaatsvervanger), Ana Karina García (“mensenrechtenactivist”) en Gaby Arellano.

In alle drie de gevallen beweren de voormalige leiders dat er politieke verschillen zijn geweest met betrekking tot de dialoogprocessen en de problemen van de organisatie en het leiderschap, verwijzend naar het management van Juan Guaidó aan het hoofd van de organisatie die door Leopoldo López is opgericht.

Deze gebeurtenissen zijn een metafoor voor de huidige situatie van de fake-voorzitter van de Nationale Assemblee: Guaidó probeert zichzelf te profileren als de onbetwiste leider van Venezuela, maar in werkelijkheid heeft hij niet eens controle over zijn eigen partijorganisatie.

In de symbolische vorming van de Venezolaanse sociaaldemocratie, de Democratische Actiepartij (Accion Democratica), is er ook een interne opstand ontstaan vanwege de benoeming van de nieuwe CNE.

De secretaris-generaal van de organisatie, Bernabé Gutiérrez, heeft in het openbaar opgeroepen tot een intern referendum om te beslissen of de partij al dan niet de parlementsverkiezingen moet bijwonen, in een duidelijke uitdaging voor de leider van de “witte partij”, plaatsvervanger Henry Ramos Allup.

Bernabé Gutiérrez en Henry Ramos Allup. Foto: Archief

De opstand is gedeeltelijk onderdrukt. De leidende kaders van de partij hebben hun steun gegeven aan Ramos Allup, die het besluit heeft genomen om aan het verkiezingsgebeuren niet mee te doen, maar een groep afgevaardigden, gouverneurs en burgemeesters, eisen dat het debat binnen de krijgsraad wordt geopend om de richting van de partij te bepalen. De langdurige “dictatuur” van Ramos Allup als maximale autoriteit is in twijfel getrokken.

Gerelateerd: Het Venezolaanse Hooggerechtshof schort de Raad van Primero Justicia en Accion Democratica op – Confrontaties binnen de oppositie.

Bernabé Gutiérrez’s broer, José Luis Gutiérrez, is een van de nieuwe CNE-rectoren die door de TSJ zijn aangesteld, een feit dat de crisis in Acción Democrática heeft geactiveerd na het vermoeden dat Ramos Allup hem had genomineerd zonder medeweten van G4. Hoewel hij zijn bemoeienis met de benoeming heeft ontkend, zijn de twijfels niet geheel weggenomen.

Ht virus van de anti-Chavista organisaties infecteert ook Primero Justicia, een formatie die verschillende onverzoenlijke interne tendensen heeft: die van de afgevaardigden Luis Parra en José Brito, beiden in oorlog met Guaidó, en die van Julio Borges en Henrique Capriles, nu geconfronteerd met de boycot van de parlementsverkiezingen door de nep-kanselier van Guaidó (Julio Borges).

Politieke ondergeschiktheid aan de richtlijnen van Washington is de sleutel geweest tot de ontmanteling van de anti-Chavista-coalitie. En het gebruik van mechanismen van institutionele repressie (sancties) tegen degenen die afwijken en besluiten om naar de verkiezingen te gaan, heeft geleid tot autoritair gedrag in de politieke elite van de G4, verbonden met de geldstroom en de promotie die afkomstig is uit Washington.

In die zin is de verdeeldheid van anti-Chavismo een logisch gevolg van de Amerikaanse “maximale druk” campagne, gericht op het vernietigen van elk initiatief voor een politieke dialoog die het klimaat van de confrontatie verzwakt.

De verdeling van het geld en de bekendheid is altijd een factor geweest die verdeeldheid zaaide in de anti-Chavismo. Maar het is niet de enige factor die in de intense golven van de interne politieke oorlog ontstaat.

Er is ook een fundamenteel probleem en dat heeft te maken met de aard van de coalitie. De lijm die de G4 bij elkaar houdt, is het blinde vertrouwen in de Amerikaanse strategie om Chavismo omver te werpen, wat zich volgens haar zal vertalen in het innemen van overheidsposities, als erkenning van hun loyaliteit.

Maar aangezien dit niet is gebeurd, zijn de onderliggende verschillen drijvend: elke sector heeft een ander idee over de route om de macht te grijpen.

En in die zin vormen de parlementsverkiezingen een uitdaging: het verkiezingsconflict vereist goed geoliede partijorganisaties met een politieke aanwezigheid in tientallen kiesdistricten op het hele nationale grondgebied.

Zonder organisatie, politieke leiders en leidende kaders met de mogelijkheid om stemmen te slepen in de buitenhoeken van het land, is de electorale demografie een factor die werkt tegen politieke formaties, in tegenstelling tot de PSUV, met een veel beter ontworpen bereidheid en een veel actievere en meer georganiseerd kader.

Nieuw CNE-bestuur Beëdigd In Veroorzaakt een aardbeving in de G4
Foto: PSUV

De denationalisatie van de elite van Rechts Venezola en haar eigen nietigverklaring als politieke actor tegen de richtlijnen van Washington, hebben bijgedragen aan de ontmanteling van haar capaciteit om de politiek op juridisch gebied te betwisten.

Daarom zijn ze op de vlucht geslagen: in afwachting van een genadeklap die zorgt voor hun terugkeer naar de politieke macht, versneld door een staatsgreep, moord of militaire interventie. Ondertussen proberen de uitgesloten partijen de lege ruimte te veroveren die ontstaan is door de verlamming van de traditionele G4 partijen


noten (3) In een artikel in het NRC staat Parra als lid van de regeringspartij vermeld. Alweer een ongelooflijke hoernalistieke blunder van een voorheen kritische kwaliteitskrant.