Bron: Mision Verdad 7 mei (Sp.)
Orinocotribune 11 mei (En.) ~~~ 

Opinie, Mision Verdad

Wat er afgelopen maandag 4 mei aan de kust van de stad Chuao, gemeente Santiago Mariño in de staat Aragua is gebeurd, heeft een stempel gedrukt op de geschiedenis van het Bolivariaanse proces, door de gecombineerde actie van de Bolivariaanse Nationale Strijdkrachten en de burgerij, in het bijzonder een groep vissers, politie en leden van de Bolivariaanse Nationale Militie.

Het beeld van een dorpeling en een militieman die het werk van een marinehelikopter voltooien, dat bestond uit het stoppen van de boot met acht paramilitairen, en het vangen van de bemanning die door de regeringen van de Verenigde Staten en Colombia werd gestuurd, is opgenomen in de heldendaden van het Chavista-tijdperk als een concreet voorbeeld van een burgerlijk-militaire eenheid.

Paramilitairen die door de Amerikaanse en Colombiaanse regering worden gefinancierd, worden gevangen genomen door conventionele veiligheidstroepen en leden van het Bolivariaanse leger. Foto: Twiter

Het concept van deze unie is fundamenteel geweest in het denken van Chavista sinds het ontstaan ervan. Het heeft zijn wortels in de onafhankelijkheidsstrijd van het volk in de vorige eeuw, toen sociale en militaire factoren samenkwamen in de omverwerping van Marcos Pérez Jiménez.

Fabricio Ojeda, de leider van deze beweging die door de regering van Raúl Leoni werd verraden en vermoord, nam het op in zijn praktijk en in zijn boek La guerra del pueblo (1966) waar hij verklaarde”

“De anti-feodale en anti-imperialistische basis van ons revolutionaire proces vormt een soort alliantie die boven de waarden van het politieke geloof, de filosofische opvatting, de religieuze overtuigingen, de economische of professionele situatie en het partijverband van de Venezolanen uitstijgt. De gemeenschappelijke vijand, zijn kracht en macht, roept op tot een unitaire strijd om hem te verslaan. De volgende krachten staan klaar om te vechten voor de nationale bevrijding: arbeiders en boeren, de kleine bourgeoisie, studenten, intellectuelen, professionals, de meeste officieren, onderofficieren en soldaten van de lucht-, zee- en landmacht.

Onderdelen van het Bolivariaanse leger en de volksmacht georganiseerd in de stad Chuao Foto: Mónica Ávila

Een eenheid, “vitaal voor de toekomst van de wereld”…

Vanuit het verband tussen deze saamhorigheid en de Bolivariaanse militaire doctrine heeft Hugo Chávez het concept uitgewerkt, tijdens de opbouw van de zogenaamde Bolivariaanse agenda (voetnoot-1), dat meer dan een regeringsplan een idee van nationale transformatie is geweest, waarbij het volk wordt gezien als een groot leger ten dienste van de verdediging van de nationale soevereiniteit en onafhankelijkheid.

Toen hij in 1999 president van Venezuela werd, riep hij niet alleen op tot een consultatief proces voor een nationale grondwetgevende vergadering, maar voerde hij ook een plan voor sociale zorg uit dat Bolívar 2000 heette en dat staatsinstellingen en de toenmalige strijdkrachten (AF) omvatte, om een leger te vormen dat niet gescheiden was van de samenleving.

Hij heeft getracht de afstand te verkleinen tussen het volk en de strijdkrachten, die is ontstaan door de repressie tegen de bevolking in de hele Vierde Republiek, met name de repressie die de adeco-regering van Carlos Andrés Pérez tijdens de volksopstand van 27 februari 1989 tegen de neoliberale maatregelen heeft bevolen.

In 1989 dienden de strijdkrachten transnationale belangen door de bevolking af te slachten tijdens de volksopstand tegen de neoliberale maatregelen. Foto: Archief

De burgerlijk-militaire unie kreeg vorm met de oprichting van de Bolivariaanse Nationale Militie in 2008 toen de naam werd veranderd van General Command of the Military Reserve and National Mobilization (hulporganisatie van de FANB, opgericht in april 2005) in General Command of the Bolivarian National Militia.

Er is gekozen voor een wijziging vanaf 13 april 2009. Diezelfde dag, maar drie jaar later in 2002, versloeg de gecombineerde mobilisatie van de civiele en militaire sector de staatsgreep op Chávez die door de regering Bush en het nationale bedrijfsleven werd gefinancierd.

De essentie van het gewapend volk.

Het concept van “gewapend volk” is essentieel in het volksverzet van Venezuela tegen de aanvallen van de transnationale belegering van het land. De visie van Chávez wordt samengevat in zijn woorden tijdens het “Aló Presidente” Programma nummer 353, op 14 maart 2010, vanuit de staat Cumaná, Sucre:

“De Bolivariaanse milities, de Bolivariaanse Nationale Militie. Het volk moet zich voorbereiden op de verdediging; de vissers, ze moeten soldaten zijn, maar niet alleen in woord, nee, getraind in het gebruik van wapens, op het moment van een agressie die God niet wil, maar goed men weet het nooit, toch?
Het Wereldrijk heeft zijn ogen op ons gericht, op de Bolivariaanse revolutie, en het Rijk maakt zich zorgen als het deze dingen ziet, zie je? Omdat het Rijk doodsbang is voor het succes van het Bolivariaanse project; het is doodsbang omdat we laten zien dat de ontwikkeling van het volk mogelijk is via het socialisme en niet via het kapitalisme.
Dit is van vitaal belang voor de toekomst van de wereld, wat hier gebeurt; we kunnen niet falen, dan zullen ze proberen ons te saboteren zoals ze hebben gedaan, zoals ze hebben gedaan met Cuba, de blokkade, dat is een sabotage van de Cubaanse economie, ze staan niet toe dat Cuba de economie ontwikkelt, ze hebben Cuba gepakt, ze hebben Cuba willen wurgen, maar Cuba heeft zich verzet, en verzet zich nu met meer reden, in de Dawn, de Bolivariaanse Alliantie.

Een van de belangrijke aspecten in het concept dat de Bolivariaanse leider implementeerde is de aanwezigheid van de militie in de belangrijkste facetten van de nationale ontwikkeling, vandaar dat het georganiseerd is in elk veld, universiteit, fabriek of buurt.

Dit is een strategisch militair concept, maar ook een sociaal en politiek concept, voor de integrale verdediging van de natie, die net zo belangrijk is als het defensiesysteem van luchtafweer en marinevloot, gebaseerd op de vrijwillige deelname van de burgers, aan de verantwoordelijkheid voor de verdediging van de sociale garanties.

Het strategische militaire concept voor de integrale verdediging van de natie omvat mannen en vrouwen, jong en oud op elk gebied, universiteit, fabriek of buurt. Foto: Spoetnik

De organisatie van het “gewapend volk” en integratie in de nationale defensie streeft naar integraliteit in het behoud van de soevereiniteit en de vrede op het grondgebied.

“Het is het gewapende volk, de oorlog van alle mensen. We hebben geen plannen om aan te vallen, maar we gaan van Venezuela een land maken dat in staat is om elke centimeter van zijn grondgebied te verdedigen, en voor dat doel is de deelname van het volk belangrijk”, legde Chávez bij die gelegenheid uit.

Groeiende expressie van het georganiseerde volk

De Bolivariaanse Nationale Militie, die een eigen algemeen commando en een eigen generale staf heeft, is afhankelijk van het Strategisch Operationeel Commando, dat gekoppeld is aan het Hoofdcommando van de FANB (CEOFANB).

Het bestaat uit het ‘National Reserve’, bestaande uit alle Venezolaanse burgers die niet in actieve militaire dienst zijn, en de milities zelf, bestaande uit de Territoriale Militie en het Combatant Corps. Het basiselement is de Unidad Popular de Defensa Integral (UPDI).

De leden van de Territoriale Militia komen in het weekend bijeen om militaire instructies te krijgen, tijdens de week voeren ze verschillende activiteiten uit en kunnen worden opgeroepen om desgewenst bijeen te komen bij buitengewone gelegenheden of in noodsituaties.

Dit geldt ook voor de zogenaamde plattelands- of boerenmilitie, waarvan de wapens en uitrusting verschillen van die van de rest van de troepenmacht. De leiding van elke Territoriale Militie bestaat uit officieren die zijn opgeleid binnen de militie en reservisten.

Het Combatant Corps bestaat uit werknemers of gepensioneerden van bepaalde instellingen en openbare of particuliere bedrijven, en is verantwoordelijk voor het waarborgen van hun integriteit en operabiliteit, met een minimum aan personeel. Ze komen één keer per maand bij elkaar.

Het Combatant Corps beschermt de basisbedrijven van Guyana en daarmee de nationale productie, die wordt aangevallen door het wereldwijde rechts-extremisme. Foto: Archief

Op 29 januari keurde de Nationale Grondwetgevende Vergadering (ANC) de Constitutionele Wet van de Bolivariaanse Nationale Strijdkrachten (FANB) goed, die sinds november 2019 door president Nicolás Maduro wordt gepromoot.

In dit verband benadrukte minister van Defensie Vladimir Padrino López dat “het nieuwe concepten heeft omarmt, zoals het Territoriale Defensiesysteem, de Integrale Defensie en de Civiel-Militaire Unie; dit laatste is geen cliché, het is een principe, de basis van de medeverantwoordelijkheid om vrijheid en nationale onafhankelijkheid te garanderen.”

Hiermee zinspeelde hij op artikel 59 van de wet, waarin het Bolivariaanse leger is opgenomen als onderdeel van de FANB (die tot dan toe bestond uit het leger, de marine, de luchtvaart en de nationale garde).

Afgelopen april heeft de militie het aantal van 4.156.567 geregistreerde militieleden bereikt, die zijn ingelijfd en opgeleid volgens de Tactische Methode van Revolutionair Verzet. Ze worden op het hele nationale grondgebied ingezet in 1.165 People’s Integral Defense Groups (APDI), 14.383 People’s Integral Defense Bases (BPDI) en 50.459 People’s Integral Defense Units (UPDI).

Moralisatie en tegencultuur

Een volk als Chuao, dat zich al 400 jaar verzet tegen pogingen tot overheersing en onderwerping, staat vandaag de dag centraal in de anti-imperialistische strijd in Venezuela en is een symbool. In dit geval is de gemeenschappelijke vijand voor burgers en militairen degene, die de politiek en de vreedzame uitoefening van rechten heeft afgezworen voor de agressie en de rechteloosheid, van een land onder belegering.

De burgerlijk-militaire unie werd breed vermeld, in de gebeurtenissen in Chuao, de afgelopen dagen tegen “Operatie Gideon”. Foto: Mónica Ávila

De transnationale elites hebben in Venezuela geen gewapende macht die aan de voeten van hun belangen knielt, dus nemen ze voor hun doelstellingen van moord en staatsgreep hun toevlucht tot het inhuren van huurlingen, die door een dappere gemeenschap op vreedzame maar vastberaden onschadelijk gemaakt werden.

De gebeurtenisssen die de Venezolaanse bevolking in de voorhoede van de feiten hebben geplaatst, gebaseerd op de volkswijsheid en -organisatie, hebben opnieuw aangetoond dat het Chavista-concept van een “gewapend volk” niet louter retoriek is, maar een praktijk-concept, dat pogingen tot politieke en militaire destabilisatie tegen het land kan weerstaan.

Topfoto: Een visser uit Chuao instrueerde de huurlingen met rustige stem. Foto: Twitter


Voetnoot-1

Op de IIRE Genocide Memorial Day bijeenkomst in Amsterdam, 14 januari 2020, gaf Guillermo Barreto, directeur van het studiecentrum voor dekolonisatie en voormalig minister van wetenschap en technologie, in zijn inleiding een mooi en duidelijk beeld van de vele projecten tijdens de sociaal-revolutionaire beginperiode van het Chavismo, gebaseerd op feitelijke informatie en eigen ervaring.
Hieronder, enkele delen uit de videoregistratie van die lezing.
Voor de Nederlandse ondertiteling: Klik onderaan op de ‘CC’ symbool

De volledige videoregistratie van die lezing (3 delen) zijn nog in dit archief te bekijken.