Bron: John McEvoy gedeclassificeerd-UK 25 april 2023 ~~~~

Groot-Brittannië heeft tienduizenden ponden gestoken in de pogingen van Juan Guaidó om toegang te krijgen tot het Venezolaanse goud ter waarde van 2 miljard dollar dat bij de Bank of England ligt, zo blijkt uit nieuwe gegevens.

Het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft 80.697 pond aan overheidsgeld uitgegeven ter ondersteuning van de campagne van de Venezolaanse oppositie Juan Guaidó om beslag te leggen op ongeveer 2 miljard dollar aan goud van de Bank of England, zo blijkt uit door Declassified verkregen documenten.

Uit de gegevens blijkt hoezeer de Britse regering Guaidó’s pogingen om toegang te krijgen tot Venezolaanse staatsactiva heeft gesteund, waarbij het ministerie van Buitenlandse Zaken zowel politiek als financieel kapitaal in deze zaak heeft geïnvesteerd.

De juridische afdeling van de Britse regering weigerde aanvankelijk deze bestedingsgegevens te verstrekken: “We geven geen verder commentaar vanwege lopende juridische procedures”.

Later gaf het ministerie van Buitenlandse Zaken de gegevens echter vrij na een Freedom of Information verzoek van Declassified.

Het goud van Venezuela bevriezen

De Bank of England weigerde voor het eerst het goud van Venezuela vrij te geven in 2018, op grond van twijfels over de legitimiteit van de regering van Nicolás Maduro, die sinds 2013 aan de macht is.

Guaidó riep zichzelf in januari 2019 uit tot Venezolaanse president en gebruikte artikel 233 van de grondwet van Venezuela om aan te voeren dat Maduro zijn post had verlaten en daardoor een “absoluut machtsvacuüm” had achtergelaten.

Als hoofd van de Nationale Assemblee van Venezuela beweerde Guaidó dat hij de volgende in lijn was om dit vacuüm op te vullen.

De Amerikaanse regering kwam snel in actie om Guaidó te erkennen en de internationale steun voor regimeverandering in Venezuela te versterken. Zoals de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo schreef, was dit een kans om “een eenentwintigste-eeuwse schending van de Monroe-doctrine” ongedaan te maken, een beleid dat Latijns-Amerika als de achtertuin van Washington beschouwt.

De Britse regering gaf de Bank of England “politieke dekking” om het goud bevroren te houden.

Met een staatsgreep in Venezuela in het vooruitzicht, gaf de Britse regering de Bank of England “politieke dekking” om het goud bevroren te houden.

Dit kwam in de vorm van een “krachtige brief” van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Bank “waarin de groeiende twijfels over de legitimiteit van Maduro werden geschetst”, volgens de onlangs gepubliceerde dagboeken van voormalig minister Alan Duncan.

De vijandigheid van de regering Trump tegenover Maduro woog blijkbaar zwaar op de Britse besluitvorming.

Volgens de voormalige Amerikaanse nationale veiligheidsadviseur John Bolton was de toenmalige Britse minister van Buitenlandse Zaken Jeremy Hunt “verheugd” om de destabilisatiecampagne van Washington te helpen, “bijvoorbeeld het bevriezen van Venezolaanse gouddeposito’s in de Bank of England”.

Op 4 februari 2019 erkende de Britse regering Guaidó formeel, wat een langdurige juridische strijd ontketende over wie aanspraak kon maken op het goud.

Het juridische proces draaide om de vraag of het Verenigd Koninkrijk door zijn erkenning van Guaidó Venezolaanse staatsactiva mocht overdragen aan zijn “interim”-regering.

Gedurende deze hele zaak hield de Britse regering steeds vol dat zij Guaidó – en niet Maduro – erkende als Venezolaanse president. De advocaten van Guaidó voerden op hun beurt aan dat hij bevoegd was om de activa van de Venezolaanse centrale bank in Londen te vertegenwoordigen en te controleren.

Zo heeft de Britse regering in 2021 gebruik gemaakt van de diensten van Sir James Eadie QC en Jason Pobjoy (van Blackstone Chambers) en Sir Michael Wood en Belinda McRae (van Twenty Essex) – enkele van de beste Britse advocaten – om de erkenning van Guaidó te ondersteunen.

Bij het Hooggerechtshof voerden deze advocaten namens de Britse minister van Buitenlandse Zaken aan dat de Britse erkenning van Guaidó “duidelijk en niet dubbelzinnig” was.

De implicatie van dit argument was dat de Britse regering Guaidó voor alle doeleinden kon behandelen als de president van Venezuela, en dat de goudreserves van Venezuela dus konden worden overgedragen aan Guaidó en zijn vertegenwoordigers.

Professor Francisco Rodríguez is een vooraanstaand Venezolaans econoom die de nationale vergadering heeft geadviseerd over financiële aangelegenheden en momenteel doceert aan de Universiteit van Denver.

Hij vertelde Declassified: “Ondanks een lang gevestigde juridische en diplomatieke traditie dat erkenning alleen wordt verleend aan regeringen met daadwerkelijke controle over het grondgebied van een land, deed de Britse regering haar uiterste best om voor de rechter een ingewikkelde zaak te maken dat zij de interim-regering van Guaidó erkende, ook al ging zij er diplomatiek niet mee om.”

Hij voegde daaraan toe: “In tegenstelling tot de Verenigde Staten behield het Verenigd Koninkrijk een ambassade in Caracas en onderhield het contacten met de door Maduro benoemde ambassadeur, terwijl het weigerde geloofsbrieven van door Guaidó benoemde diplomaten te aanvaarden. In principe zouden deze beslissingen op zich een ondubbelzinnige erkenning van de regering-Maduro hebben betekend.

“Het VK hield echter voor het Hooggerechtshof vol dat het Guaidó erkende als president van Venezuela, een argument dat als enig praktisch effect had dat de toegang van de Venezolaanse Centrale Bank tot een deel van zijn internationale reserves werd geblokkeerd”.

“Het heeft niets met deze regering te maken”

Het gebruik van overheidsmiddelen door het ministerie van Buitenlandse Zaken om Guaidó in de rechtbank te steunen, doet ernstige twijfel rijzen over de aanhoudende beweringen van de regering dat de goudzaak geen politieke aangelegenheid was, maar een zaak voor de Bank of England en de rechtbanken.

In februari 2019 verklaarde Duncan in het parlement dat het bevriezen van de goudreserves van Venezuela “volledig onder de verantwoordelijkheid valt van de Bank, als onafhankelijke Bank of England”.

Hij voegde eraan toe: “Het heeft niets te maken met deze regering. Wij zijn niet gemachtigd om de beslissing van de Bank of England te beïnvloeden, noch moeten wij dat op enigerlei wijze trachten”.

Kort daarna bevestigde minister van Financiën Robert Jenrick in soortgelijke bewoordingen dat: “Het aanhouden van goudreserves namens een buitenlandse centrale bank is een zaak voor de Bank of England.”

De gepolitiseerde aard van deze zaak lijkt echter moeilijk te negeren. De erkenning van Guaidó door de Britse regering was een belangrijke voorwaarde voor de weigering van de Bank of England om het goud van Venezuela vrij te geven.

Het VK heeft ook langdurige oliebelangen in Venezuela. In februari 2020 kwam een geheimzinnig team van het ministerie van Buitenlandse Zaken met de naam “Venezuela Reconstruction Unit” bijeen in Caracas om de “Britse betrokkenheid bij de energiesector van Venezuela” te bespreken.

Het Britse besluit om het goud van Venezuela te bevriezen maakte dus deel uit van een bredere inspanning om de regering-Maduro uit de weg te ruimen en de westerse overheersing over de belangrijkste industrieën te herstellen.

De door Declassified verkregen gegevens zullen het voor de Britse regering steeds moeilijker maken om te weerleggen dat de goudzaak in de kern politiek was.

Topfoto: Juan Guaidó beweerde van 2019-22 president van Venezuela te zijn. (Foto: WEF)