Bron: RT.de 30 mei 2022 ~~~

Nadat geen enkele kandidaat bij de presidentsverkiezingen in Colombia de vereiste stemmen heeft gekregen, is een tweede ronde aan de orde. Het plaatst een ex-lid van een linkse rebellengroepering tegenover een extreemrechtse mogol die gesteund wordt door een centrumrechtse politicus.

De presidentsverkiezingen in Colombia zullen volgende maand worden beslist in een tweede ronde, nadat geen van de zes kandidaten bij de verkiezingen van zondag de vereiste meerderheid van stemmen kon behalen.

In de eerste stemronde stond de linkse Gustavo Petro tegenover Rodolfo Hernández uit de rechtse hoek van het politieke spectrum. Petro is een voormalige guerrilla van de linkse opstandelingengroep M-19, die in de jaren negentig de op één na sterkste groep was, na de FARC. De groep ging de politiek in nadat de M-19 instemde met ontwapening. Hernández is een 77-jarige bouwmagnaat en werd beroemd toen hij in 2018 voor de camera een politieke tegenstander in het gezicht sloeg. De video-opname ging viral.

In wat toch een nipte verkiezingsrace was, stond Petro zondag aan de leiding. Hij had ongeveer 40 procent van de stemmen behaald, terwijl Hernández volgens een voorlopige telling op de tweede plaats stond met 28 procent.

Federico Gutiérrez, de voormalige burgemeester van Medellin, de op een na grootste stad van Colombia, eindigde verrassend op de derde plaats met ongeveer 24 procent. Volgens de peilingen had hij gemakkelijk de tweede plaats moeten halen. Niet in de laatste plaats had de steun van de zittende rechtse president Ivan Duque hem daarbij moeten helpen. Duque zelf mocht zich niet herverkiesbaar stellen.

Na deze nederlaag riep Gutierrez zondagavond zijn aanhangers op om bij de komende tweede ronde op Hernández te stemmen om te voorkomen dat de linkse Petro de tweede ronde zou winnen.

Politiek waarnemer Benjamin Norton zag zijn verwachtingen in dit opzicht bevestigd en merkte op:

“Het duurde helemaal niet lang. Colombiaanse politici die de rechtse Uribista-kandidaat Fico Gutiérrez hadden gesteund, maakten onmiddellijk duidelijk dat zij de extreem-rechtse demagoog Rodolfo Hernández zouden steunen tegen de centrum-linkse kandidaat Petro”.

Hernández beschrijft zichzelf als een anti-establishment corruptie bestrijder en positioneert zichzelf als een voorstander van bezuinigingsbeleid. Hij heeft beloofd verkwistende overheidsuitgaven in te perken.

Petro beloofde tijdens de verkiezingscampagne de exploratie van olievelden in het land stop te zetten en de pensioenfondsen te herverdelen. Als hij de tweede ronde in juni wint, zou hij de eerste linkse president in de geschiedenis van Colombia worden. De 62-jarige was afgevaardigde in het Colombiaanse Congres en werd in 2011 verkozen tot burgemeester van Bogotá. De afgelopen weken heeft hij de beveiliging moeten verscherpen en zijn verkiezingscampagne achter kogelvrije schilden gevoerd. De reden hiervoor waren doodsbedreigingen.

In Colombia zijn in het verleden herhaaldelijk moorden gepleegd op linkse kandidaten. Een van de belangrijkste slachtoffers was Carlos Pizarro, de opperbevelhebber van Petro’s rebellengroep M-19, die als presidentskandidaat bij de verkiezingen van 1990 door een anticommunistische moordenaar werd vermoord. In datzelfde jaar werd ook Bernardo Jaramillo, een andere linkse politieke kandidaat, vermoord.

Petro’s kandidatuur wordt gesteund door een jonger, progressief electoraat, terwijl hij een doorn in het oog is van Duque’s rechtse zittende regering. Critici ter rechterzijde hebben steeds beweerd dat het presidentschap van Petro Colombia zou veranderen in een evenbeeld van zijn zogenaamd “socialistische” (in werkelijkheid echter welvaartsstaat), door sancties geteisterde buurland Venezuela.

Hoewel Petro bij de verkiezingen van 2018 verloor van Duque, is het de afgelopen vier jaar niet goed gegaan met de door de VS georiënteerde regering in Bogotá. Colombia is veeleer in een economische crisis terechtgekomen door de reactie van de rechtse regering op de COVID-19-pandemie, die nog eens bovenop de schade kwam die al was aangericht door het brute optreden tegen de nationale protesten tegen de ongelijkheid in de samenleving, de welig tierende corruptie en het politiegeweld.

Francia Márquez, Colombia’s topkandidaat voor vice-president naast Petro, waarschuwde enkele dagen voor de verkiezingen van 29 mei dat de regering van de VS zich met de verkiezingen in Colombia bemoeide om de linkse coalitie Pacto Histórico schade te berokkenen. Volgens Márquez gebruikt de regering Biden een “stop de dief” tactiek. Zij beschuldigt Rusland en Venezuela ervan dat zij zich in de Colombiaanse verkiezingen hebben gemengd.

Ook het Amerikaanse parlement is aanleiding voor deze uitspraken van vice-presidentskandidaat Márquez. De Republikeinse congresvrouw voor de Amerikaanse staat Florida, Maria Elvira Salazar, heeft vrijdag de Amerikaanse president Biden onomwonden opgeroepen in te grijpen om te voorkomen dat Petro president wordt. Ze was er nogal verontwaardigd over – niet ongebruikelijk voor de Amerikaanse politieke twistcultuur:

“Gustavo Petro is een dief, een marxist en een terrorist. En hij wil de volgende president van Colombia worden om de Colombianen in ellende, honger en nationale uittocht te storten. Wees heel voorzichtig, Colombia. De beslissingen van vandaag bepalen de toekomst.”

Volgens het Rode Kruis is het geweld in Colombia momenteel op het hoogste niveau sinds de regering in 2016 een vredesakkoord sloot met de rebellengroepering FARC. Petro bekritiseert de door de VS geleide “oorlog tegen drugs”. De massale uitgaven voor veiligheid hebben Colombia er niet van weerhouden een van de grootste cocaïneproducenten te blijven of een eind te maken aan het geweld van de bendes. Colombia, zei Petro, moet ook zijn beleid heroverwegen om verdachte drugsbaronnen aan de VS uit te leveren.

Minder dan een week voor de verkiezingen ondertekende Biden een memorandum waarbij Colombia de status kreeg van “belangrijke niet-NAVO-bondgenoot” van Washington – en dit nadat Bogota ermee had ingestemd een contingent troepen in te zetten om Oekraïense soldaten op te leiden voor ontmijningswerk. Hoewel deze status economische voorrechten en defensiecontracten met zich meebrengt, omvat zij geen expliciete garanties met betrekking tot defensie, zoals lidmaatschap van de NAVO.

Topfoto: Aanhangers van presidentskandidaat Rodolfo Hernández (Cali, 30 mei 2020) | Raul ARBOLEDA / AFP