Bron: Aidan Cross  
The londonGlobalist 19 november 2021 ~~~

Cuba is officieel toegetreden tot het energiepartnerschap van China’s Belt and Road Initiative (BREP) tijdens de tweede ministeriële conferentie van het BREP op 18 oktober. Tijdens het evenement riep de Cubaanse minister van Energie Liván Arronte Cruz op tot “solidariteit” en “internationale samenwerking ten gunste van ontwikkelingslanden” om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (VN) te bereiken. Dergelijke oproepen dreigen in Washington en in de westerse media een banale formaliteit te worden, maar China zal waarschijnlijk aandachtig luisteren, omdat het dergelijke verklaringen beschouwt als potentiële kansen om zijn voetafdruk in Latijns-Amerika uit te breiden.

Door te investeren in de ontwikkeling van Latijns-Amerikaanse landen zoals Cuba, daagt China de historische dominantie van de Verenigde Staten (VS) in Latijns-Amerika uit. Landen die ooit afhankelijk waren van de goede wil van de VS om hun ontwikkeling te financieren, wordt nu een alternatief geboden. Op basis van de ervaringen van Cuba kunnen andere landen in de regio nu een andere vorm van ontwikkeling nastreven, die niet volledig afhankelijk is van de VS. De vraag is nu of de VS zullen inzien dat hun huidige beleid van sancties en dwang in Latijns-Amerika niet kan opboksen tegen de groeiende invloed van China.

Het is niet verwonderlijk dat Cuba actief zou streven naar investeringen buiten de VS. Het eiland staat onder een door Amerika opgelegd economisch embargo sinds de revolutie van Fidel Castro in 1958 de door de VS gesteunde dictatuur van Batista versloeg. Desondanks heeft Cuba een bondgenoot gevonden die bereid is te investeren – de Volksrepubliek China.

China heeft Cuba vanaf het begin duidelijk gemaakt dat hun relatie verder gaat dan basale handelsbetrekkingen. Dit kwam duidelijk tot uiting in 2011, toen China zes miljard USD van Cuba’s schuld kwijtscheldde, en opnieuw in 2019, toen Cuba toetrad tot het Belt and Road Initiative (BRI). De aard van het BRI en andere projecten heeft Cuba in staat gesteld verder zelfvoorzienend te worden – iets wat een land onder streng embargo hard nodig heeft. Sinds 2006 heeft China de BRI gebruikt om initiatieven op het gebied van hernieuwbare energie in Cuba te financieren, waarmee het land bijdraagt aan zijn doelstelling om tegen 2030 24% hernieuwbare energie te halen. In combinatie met Cuba’s strenge lokale regelgeving heeft dit aanzienlijke vooruitgang in de ontwikkeling van Cuba’s hernieuwbare-energiesector bevorderd. De bouw van zonneparken zoals die in Pinar del Rio levert bijvoorbeeld elektriciteit aan lokale gemeenschappen die door energieonzekerheid met stroomuitval te kampen hebben, en draagt zo bij aan het streven van Cuba naar zelfvoorziening.

De steun van China in Cuba’s strijd tegen Covid-19 kan niet worden verwaarloosd wanneer men de versterkte relatie tussen de twee naties overweegt. In augustus schonk China medische benodigdheden zoals beademingsapparatuur, testkits en operatiehandschoenen aan Cuba, een van de vele schenkingen van hoognodige benodigdheden die China deed aan landen die met tekorten te kampen hebben tijdens hun strijd tegen de pandemie. Dergelijke acties zullen waarschijnlijk de aandacht trekken van landen in de regio, aangezien China heeft bewezen een betrouwbare partner van Cuba te zijn bij de aanpak van de pandemie.

Terwijl China Cuba heeft gesterkt door zijn economie en zijn strijd tegen Covid-19 te steunen, hebben de VS een weg gevolgd die Cuba’s economie ondermijnt en vervolgens Cuba’s antwoord op de pandemie, wat op zijn beurt het imago van de VS zowel regionaal als mondiaal heeft verzwakt. De VS heeft geprobeerd de Cubaanse economie verder te isoleren door zware sancties op te leggen aan Venezuela, een land waarmee Cuba sterke economische banden onderhoudt. Deze pogingen om de economische mogelijkheden van Cuba te ondermijnen, met name de versterking van het embargo, zijn zwaar bekritiseerd door de internationale gemeenschap. In juni stemde de Algemene Vergadering van de VN met 184 tegen 2 voor de opheffing van de blokkade, een motie die voor het 29e achtereenvolgende jaar werd aangenomen.

Tijdens de Covid-19 pandemie bleven de VS zich inspannen om de ontwikkeling van Cuba te beperken, waardoor het vermogen van Cuba om het virus te bestrijden ernstig werd aangetast. Als gevolg daarvan is de reputatie van Amerika in de regio aangetast en is verder beleid van de VS er niet in geslaagd dat imago te verbeteren. Een voorbeeld hiervan is de door de VS geleide verklaring waarin de reactie van Cuba op protesten in juli van dit jaar werd bekritiseerd, samen met andere politieke figuren zoals de Amerikaanse senator Marco Rubio, die als hypocriet werd beschouwd omdat een van de ondertekenaars Colombia was, een land waar in mei van dit jaar 63 mensen omkwamen bij protesten in het hele land, waarop de VS geen reactie hebben gegeven die vergelijkbaar is met de kritiek van de VS op Cuba.

De situatie in Cuba is een van de vele voorbeelden van de strijd om invloed tussen China en de VS die zich momenteel afspeelt in Latijns-Amerika en de rest van de wereld. Net als in Cuba is het Chinese beleid in de rest van Latijns-Amerika gericht op investeringen en medische ondersteuning, en vult China in toenemende mate de leemte op in de ontwikkeling van infrastructuur waar de VS niet in slagen. Naarmate de invloed van China in de regio echter toeneemt, moet de vraag worden gesteld of deze invloed duurzaam is. Historisch gezien hebben de VS niet stilgezeten in Latijns-Amerika, en het is onwaarschijnlijk dat zij een grote geopolitieke concurrent als China in hun “achtertuin” dulden. We zien dit beleid al vorm krijgen. De VS heeft de sancties tegen doellanden als Cuba verscherpt en landen in de regio als Panama ervan weerhouden met China samen te werken. Het is duidelijk dat de VS hun geopolitieke dominantie in Latijns-Amerika willen handhaven door landen te straffen die steun zoeken bij anderen die een bedreiging kunnen vormen voor de belangen van de VS.

Door de opkomst van de Chinese invloed in Latijns-Amerika zal de standaardaanpak van het Amerikaanse beleid van economische dwang waarschijnlijk minder doeltreffend zijn. Misschien had Latijns-Amerika een tiental jaren geleden geen andere keuze dan op de VS te vertrouwen voor ontwikkelingshulp, maar de VS is niet langer de enige grote mogendheid in de regio. De VS moeten zich realiseren dat het gebruik van een stok om de regio in het gareel te houden minder doeltreffend wordt en, indien zij de (Red: vermeende) Chinese “debt-trap diplomacy” werkelijk willen bestrijden, moeten zij een betere optie bieden. Latijns-Amerika wil zich economisch ontwikkelen en zal waarschijnlijk niet blijven tolereren dat de VS dat doel tegenwerken.