Bron: Francisco Dominguez  
tribune 17 juli  2021 ~~~

Al 60 jaar leeft Cuba onder belegering van de machtigste natie ter wereld, die het land de basics zoals voedsel, medicijnen en bouwmateriaal ontzegt – iedereen die geeft om economische ontbering moet oproepen tot het beëindigen ervan.

In een duidelijk goed gecoördineerde actie hebben groepen tegenstanders van de regering op 11 juli 2021 demonstraties gehouden in verschillende Cubaanse steden, met name Havana. Binnen enkele seconden na de gebeurtenis waren de mainstream media in de wereld, waaronder uiteraard de media in het Verenigd Koninkrijk, [Red: En zeker ook de media in Nederland [1]] in volle gang om de gebeurtenis uit te vergroten.

Een dergelijke sociale uitbarsting is een ongewone gebeurtenis in Cuba en nog verrassender waren de intensiteit en het geweld dat door de demonstranten werd ingezet (vandalisme, agressie tegen ambtenaren, aanvallen op openbare gebouwen), die deden denken aan soortgelijke protesten in Venezuela in 2014 en 2017 en Nicaragua bij de couppoging van juli 2018.

Het was duidelijk dat deze oppositiegroepen de bekende Venezolaanse tactiek van de guarimba (gewelddadige en mediagerichte straatonlusten) uitvoerden. De protesten werden onmiddellijk beantwoord door massamobilisaties ter ondersteuning van de revolutie in heel Cuba, waarvan foto’s door media als de Guardian werden gepresenteerd als anti-regerings (hoewel deze de fout later heeft rechtgezet).

De redenen voor de oorspronkelijke straatprotesten waren schaarste van voedsel, medicijnen, elektriciteitsvoorziening en brandstof, die het dagelijkse leven van de 11 miljoen Cubanen op het eiland met ernstige moeilijkheden belasten. Het gaat onder meer om wachtrijen voor voedsel en brandstof, stroomuitval, inkomensdaling en algemene economische ontberingen.

De Cubanen maken zich oprecht zorgen over de verslechterende sociaaleconomische realiteit in hun land, die vooral het gevolg is van de drastische verscherping van de Amerikaanse blokkade onder Donald Trump. Biden heeft, ondanks verkiezingsbeloften om de goede betrekkingen van de Obama periode te herstellen, niets gedaan om deze situatie te verlichten – en de gevolgen zijn dramatisch toegenomen met de uitbraak van de Covid-19 pandemie.

De pandemie heeft het toerisme in Cuba, de belangrijkste bron van inkomsten van het eiland, gedecimeerd. Zij heeft ook de handel belemmerd en de economie vertraagd. Maar naast deze gevolgen voor inkomen en voedsel hadden de Cubanen ook te kampen met een tekort aan medicijnen – zwaar getroffen door de gevolgen van het embargo – wat heeft bijgedragen tot een gezondheidscrisis, met name in Matanzas.

De verkiezing van Donald Trump heeft ertoe geleid dat de VS de voorzichtige maar positieve besluiten om aspecten van de blokkade tegen Cuba onder Obama te verlichten, volledig hebben teruggedraaid. Onder Trump legden de Verenigde Staten nog eens 243 unilaterale dwangmaatregelen (ook wel sancties genoemd) op, waaronder de toevoeging van Cuba aan de Amerikaanse lijst van staten die terrorisme steunen, wat neerkwam op een brutale en volstrekt ongerechtvaardigde intensivering van de Amerikaanse agressie tegen het Cubaanse volk.

De sancties zijn gericht tegen elk aspect van de Cubaanse economie. Zij verbieden handel met bedrijven die worden gecontroleerd of geëxploiteerd door of namens het leger; verbieden Amerikaanse burgers om individueel of in groepsverband naar Cuba te reizen voor educatieve en culturele uitwisselingen; trekken het grootste deel van het personeel van de Amerikaanse ambassade in Havana terug, hetgeen onder meer leidt tot opschorting van de afhandeling van visa’s; staan Amerikaanse rechtspersonen toe rechtszaken aan te spannen tegen Cubaanse entiteiten die “handelen” in of profiteren van eigendommen die sinds 1959 door de Cubaanse revolutie zijn geconfisqueerd; verbieden cruiseschepen en andere schepen om tussen de VS en het eiland te varen; verbieden Amerikaanse vluchten naar Cubaanse steden m.u.v. Havana; hebben particuliere chartervluchten naar Havana opgeschort en verbieden Amerikaanse burgers om in hotels en appartementen te verblijven die banden hebben met de Cubaanse regering of de communistische partij; belemmeren het overmaken van geld van de V.S. naar Cuba (Western Union heeft zijn activiteiten op het eiland moeten stopzetten); trachten de stroom van Venezolaanse olie naar Cuba te blokkeren door sancties toe te passen op scheepvaartmaatschappijen en de staatsoliemaatschappijen van Cuba en Venezuela; ontzeggen Cubaanse functionarissen de toegang tot de VS wegens vermeende medeplichtigheid aan schendingen van de mensenrechten in Venezuela, en nog veel meer.

Dit komt allemaal bovenop de bestaande voorwaarden die het voor internationale bedrijven die in de Verenigde Staten actief zijn, zeer moeilijk maken om ook zaken te doen met Cuba, wat betekent dat de blokkade in werkelijkheid niet slechts een zaak tussen twee kanten is. De sancties zijn erop gericht zoveel mogelijk ellende te veroorzaken, precies zoals de bedoeling was van de blokkade middels de beruchte V.S. Staatsmemorandum 499 van 1960:

De enige voorzienbare manier om de interne steun te ontnemen is door middel van ontgoocheling en ontevredenheid gebaseerd op economische ontevredenheid en ontbering […] alle mogelijke middelen moeten onmiddellijk worden aangewend om het economische leven van Cuba te verzwakken […] een handelwijze die, hoewel zo handig en onopvallend mogelijk, de grootste invloed heeft op het ontzeggen van geld en voorraden aan Cuba, het verlagen van de monetaire en reële lonen, het teweegbrengen van honger, wanhoop en omverwerping van de regering.

In 2018 meldde de Economische Commissie van de VN voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (ECLAC) dat het financiële en handelsembargo van de VS tegen Cuba de economie van het land 130 miljard dollar heeft gekost.

De Covid-19 pandemie heeft bovendien een venijnige extra tol geëist van de Cubaanse economie. De komst van buitenlandse toeristen zijn in de periode 2020-2021 met meer dan 90% gedaald, wat een ravage heeft aangericht in de economie. Inkomsten uit vitale harde valuta vielen weg en de levendige dienstensector die met de uitbreiding van het toerisme was ontstaan, werd bijna volledig stilgelegd. Het totale aantal buitenlandse toeristen dat in 2019 aankwam, bedroeg 4.275.558, terwijl dat in 2020 slechts 1.085.920 was; maar de daling tot mei 2021 (januari-februari) bedroeg gemiddeld 96%.

Het zou naïef, zo niet onoprecht zijn om te geloven dat ambtenaren en strategen van de Amerikaanse machinerie, als onderdeel van Trump’s sanctiestrategie tegen Cuba, geen plan voor destabilisatie hebben opgenomen. We zijn vandaag ongetwijfeld getuige van een deel daarvan met de gecoördineerde gewelddadige straatdemonstratie in combinatie met een door de VS geleid offensief via de sociale media. Jarenlang zijn er vele miljoenen dollars vanuit de VS naar tegenstanders van de Cubaanse revolutie gevloeid – onder Trump is dit aantal toegenomen, en de gevolgen hiervan in een tijd van bredere crisis kunnen niet worden onderschat.

De gevreesde USAID en de National Endowment for Democracy (NED) financierden sinds het aantreden van Donald Trump in 2017 ten minste 54 groepen die tegen de Cubaanse revolutie waren. Hun financiering bedroeg bijna 17 miljoen dollar, maar het cijfer ligt waarschijnlijk veel hoger omdat ‘democratie-opbouwende strategieën’ zijn vrijgesteld van openbaarmaking onder de Amerikaanse Freedom of Information Act (FOIA).

De Amerikaanse financiering van “democratiebevordering” in Cuba is gehuld in geheimzinnigheid en de ontvangers van deze financiering zijn niet bekend, noch is bekend hoe zij deze gebruiken. USAID en NED financieren digitale journalisten, groepen ter bevordering van de “mensenrechten”, organisaties voor burgerparticipatie, hip-hop zangers en rappers, academici, kunstenaars, enzovoort. Niet opgenomen in de 54 groepen zijn aannemers en onderaannemers, en onekend is ook hoeveel Cubanen geld ontvangen, maar de Directorio Democratico Cubano, bijvoorbeeld, meldde in 2018 746 aannemers en 1.930 onderaannemers te betalen.

Dat wil zeggen, één van de 54 officieel door USAID gefinancierde oppositieorganisaties in Cuba meldt meer dan 150.000 dollar te hebben betaald aan meer dan 2.500 activisten. Dit soort financiering kan de hoge mate van homogeniteit en coördinatie helpen verklaren die de timing, de plaatsen en de niet-vreedzame aard van de demonstraties van 11 juli tentoonspreidden.

Het is geen verrassing dat Cuba, zoals vele andere Latijns-Amerikaanse naties, geconfronteerd wordt met een aanval op zijn nationale soevereiniteit. We hebben tenslotte pas in de afgelopen jaren gezien hoe de staatsgreep in Bolivia uitpakte, met volledige steun van het Westen. Dergelijke gebeurtenissen worden meestal van binnenuit uitgevoerd, maar van buitenaf geleid, georganiseerd en gefinancierd.

Die van buitenaf zijn onder meer afkomstig van USAID en NED, maar ook meer uitgesproken en doelbewuste rechtse elementen zoals Marco Rubio, Ted Cruz en de republikeinse organisaties in Miami, en mensen als Bolsonaro, Alvaro Uribe en Luis Almagro op het grotere continent. Hun doel is op te treden als verdedigers van de “democratie” en verhalen te verspreiden in de internationale media. Marco Rubio heeft een oproep gedaan aan president Biden om in te grijpen tegen Cuba en heeft de Black Lives Matter-beweging berispt voor het uitgeven van een verklaring ter ondersteuning van Cuba en ter veroordeling van de Amerikaanse blokkade.

Daarentegen hebben de regeringen van Argentinië, Bolivia, Nicaragua, Venezuela, Mexico, de ALBA-groep van landen, maar ook Lula, Dilma Rousseff, Pedro Castillo, de Puebla-groep en het Forum van Sao Paulo duidelijk gemaakt dat zij gekant zijn tegen inmenging van buitenaf in de interne aangelegenheden van Cuba. Zij hebben geëist dat de blokkade wordt opgeheven als voorwaarde voor de noodzakelijke verbetering van de economische omstandigheden van de bevolking van het eiland. De internationale lijnen over dit onderwerp tussen progressieven en conservatieven konden niet duidelijker zijn.

Niet één keer heeft een interventie van de VS (onder welk voorwendsel dan ook) Latijns-Amerika iets gebracht dat op democratie lijkt. Keer op keer hebben hun inspanningen geleid tot dictaturen, massale privatiseringen en bruut geweld tegen de allerarmsten. Daarentegen is de Cubaanse Revolutie, ondanks haar vele problemen en onvolkomenheden, in zestig jaar tijd wereldwijd een baken van solidariteit en vrijgevigheid geworden – zij heeft zich ertoe verbonden de zaak van gerechtigheid te steunen, ook al zijn haar eigen omstandigheden vaak moeilijk geweest.

In de afgelopen jaren heeft het gezamenlijke medische programma van Cuba en Venezuela, Operatie Mirakel, geleid tot meer dan 4 miljoen gratis oogoperaties voor arme mensen met cataract en aanverwante oogkwalen. Het medisch internationalisme van Cuba heeft ertoe geleid dat “Cuba tot nu toe ongeveer 124.000 gezondheidswerkers heeft uitgezonden om medische zorg te verlenen in meer dan 154 landen” en sinds maart 2020 hebben meer dan 3.700 Cubaanse gezondheidsartsen, verpleegkundigen en technici zich vrijwillig aangemeld om naar 39 landen (waaronder Italië) te gaan om te helpen bij de bestrijding van de Covid-19-pandemie.

De enige langetermijnoplossing voor de problemen van Cuba is de onmiddellijke en onvoorwaardelijke opheffing van de blokkade door de VS. Dat is de eis van de wereld, die sinds de jaren negentig door elke Algemene Vergadering van de VN is verwoord, het is de eis van het internationaal recht, en het is de eis van gerechtigheid.

Topfoto: Cubanen rijden langs de Amerikaanse ambassade tijdens een demonstratie die oproept tot het beëindigen van de Amerikaanse blokkade tegen Cuba, in Havana, 28 maart 2021. (FOTO / AFP)

Francisco Dominguez, een voormalig vluchteling uit Chili in het Verenigd Koninkrijk, is hoofd van het Centrum voor Braziliaanse en Latijns-Amerikaanse Studies aan de Middlesex University in Londen, Verenigd Koninkrijk.