Bron: Saheli Chowdhury 8 april 2021
Orinoco Tribune 10 april 2021 ~~~

Voor Latijns-Amerika staat de kalender van 2021 vol met allerlei soorten verkiezingen: presidents-, parlements-, gouverneurs- en gemeenteraadsverkiezingen, en zelfs verkiezingen voor een grondwetgevende vergadering. Twee van deze verkiezingen vinden op dezelfde dag in april plaats in twee verschillende landen – Ecuador en Peru. De verkiezing voor een grondwetgevende vergadering in Chili was oorspronkelijk gepland voor dezelfde dag, maar is uitgesteld tot mei, vanwege de verspreiding van COVID-19.

Deze verkiezingen vinden plaats tegen een complexe politieke achtergrond, waarbij beide landen te lijden hebben onder de verwoestingen die het gevolg zijn van een langdurig neoliberaal beleid, buitenlandse – vooral Amerikaanse – interventie, oligopolies in de rechtse media die zich bezighouden met lastercampagnes tegen linkse kandidaten, en de altijd aanwezige dreiging van de Organisatie van Amerikaanse Staten die elke verkiezing met resultaten die niet naar de zin zijn van de imperiale macht van het noorden, als “frauduleus” bestempelt.

Tweede ronde in Ecuador – in de schaduw van lawfare, nepnieuws en de noodtoestand

De tweede ronde van de presidentsverkiezingen in Ecuador, die gepland is voor 11 april, is in wezen een wedstrijd tussen de twee dominante politieke stromingen in Latijns-Amerika: het neoliberalisme, dat gekenmerkt wordt door privatisering en dienstbaarheid aan de Verenigde Staten, en het socialisme van de 21e eeuw, dat een beleid voor sociaal-economische ontwikkeling voorstaat. In de eerste ronde op 7 februari eindigde Andrés Arauz, een econoom die belangrijke functies bekleedde tijdens de regering van Rafael Correa, als eerste met 32,7% van de stemmen, een voorsprong van 12 punten op de conservatieve zakenman en bankier Guillermo Lasso, die als tweede eindigde. Deze twee kandidaten zullen het in de tweede ronde tegen elkaar opnemen.

De reis van het Arauz-team is echter niet gemakkelijk geweest. Sinds de aankondiging van de verkiezingen in juni vorig jaar zijn er talloze pogingen geweest om hem op alle mogelijke manieren van deelname aan de verkiezingen te weerhouden. Arauz mocht zijn kandidatuur niet laten registreren onder de vlag van de Movimiento Revolución Ciudadana (de Burgerrevolutiebeweging, CRM), en moest zich aansluiten bij een bestaande politieke partij om zijn kandidatuur erkend te krijgen, een proces dat zijn campagne maanden heeft vertraagd. Dit moet worden gezien tegen de achtergrond van het verraad van de huidige president Lenín Moreno aan de Burgerrevolutie in het bijzonder en de bevolking van Ecuador in het algemeen. Hoewel Moreno in 2017 werd verkozen met de belofte van continuïteit met het CRM-project van voormalig president Rafael Correa, verraadde hij de zaak binnen enkele maanden en bracht Ecuador terug naar de neoliberale onzekerheid en instabiliteit waaruit de regering-Correa het had gered. Via een ongrondwettelijk referendum in 2018 heeft Moreno grondwettelijk benoemde organen, waaronder de rechterlijke macht, gereorganiseerd om die posities te vullen met zijn loyalisten. Met behulp van de particuliere mediaconglomeraten die Moreno onmiddellijk aan zijn zijde haalde, begon hij de regering waarvan hij jarenlang deel had uitgemaakt en waaronder hij als vicepresident had gediend (2007-2013), te demoniseren. Tegelijkertijd ontketende hij een uitgebreide gerechtelijke vervolging tegen Correa en zijn bondgenoten, waarbij hij zijn eigen vicepresident naar de gevangenis stuurde, voormalig president Correa in feite diskwalificeerde om zich ooit verkiesbaar te stellen en verschillende leiders in ballingschap dreef. Ondertussen, terwijl de economische situatie verslechterde, tekende de regering-Moreno een leningovereenkomst van 4,2 miljard dollar met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en begon begin 2019 met de uitvoering van het door het IMF gedicteerde bezuinigingsbeleid. Het land barstte uit in protesten die een hoogtepunt bereikten in oktober 2019, toen duizenden Ecuadorianen van inheemse groepen, studenten- en jongerenorganisaties, boerenbewegingen, vakbonden en andere sociale platforms de straat op gingen in een historische mobilisatie die meer dan 10 dagen duurde. Hoewel de protesten gewelddadig werden onderdrukt door de politie en het leger, hebben de Ecuadorianen de erfenis ervan in gedachten gehouden nu ze deelnemen aan de verkiezingen.

Gedurende het hele verkiezingsproces is een vuile oorlog gevoerd tegen Arauz, waarbij gebruik is gemaakt van lawfare, nepnieuws en zelfs onzekerheden bij het tellen van de stemmen, op een manier die steeds vaker voorkomt bij verkiezingen in heel Latijns-Amerika. Dagenlang na de eigenlijke stemming op 7 februari verzuimde de Nationale Kiesraad (CNE) van Ecuador de officiële resultaten bekend te maken, hoewel Arauz met een overweldigende voorsprong aan de leiding ging. Dit was gedeeltelijk te wijten aan het feit dat Guillermo Lasso (CREO-PSC alliantie) en inheemse leider Yaku Pérez (Pachakutik) in een zogenaamde “technische gelijkstand” verkeerden, omdat zij beiden bijna hetzelfde percentage stemmen hadden gekregen. Tijdens het tellen van de stemmen uitte Pérez beschuldigingen van verkiezingsfraude en eiste hij een hertelling, die aanvankelijk werd gesteund door Lasso, die later terugkrabbelde. Toen dit verzoek door de Ecuadoraanse verkiezingsautoriteiten werd afgewezen, riep de inheemse leider een nationale staking bijeen en riep hij op tot een militaire overname van de verkiezingsbevoegdheden en de nietigverklaring van de resultaten. Terwijl alle ogen waren gericht op de chaos rond stembiljetten en percentages, mengde de regering van buurland Colombia zich rechtstreeks in het verkiezingsproces door de Colombiaanse hoofdaanklager naar zijn Ecuadoriaanse ambtgenoot te sturen in een poging Arauz uit de tweede ronde te laten diskwalificeren. Op basis van nepnieuws dat werd gepubliceerd en verspreid door rechtse Colombiaanse media zoals Semana, werd beweerd dat Arauz financiële steun had ontvangen van de Colombiaanse gewapende opstandelingengroep, het Nationaal Bevrijdingsleger (ELN). De niet overtuigende video die circuleerde als “bewijs” van steun van het ELN aan Arauz werd al snel ontkracht, omdat hij niet in Colombia was opgenomen zoals werd beweerd, maar in het westen van Ecuador.

Sindsdien zijn er nog meer belangrijke ontwikkelingen geweest. Hoewel de Pachakutik-partij haar aanhangers had opgeroepen om in de tweede ronde blanco te stemmen als afwijzing van “verkiezingsfraude”, heeft de voorzitter van de Confederatie van Inheemse Volkeren van Ecuador (CONAIE), Jaime Vargas, zich onlangs achter Arauz geschaard. De Nationale Confederatie van Boeren-, Inheemse en Zwarte Organisaties (FENOCIN), een andere belangrijke organisatie van de nationale inheemse beweging, heeft eveneens haar steun toegezegd aan de lijst Arauz-Rabascall. Een andere gebeurtenis was de onthulling van Lasso’s miljoenenbezit in Florida, VS. Tot slot heeft de afkondiging door Moreno van de noodtoestand in acht provincies van het land, ogenschijnlijk om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, de kiezers ongerust gemaakt. Velen beschouwen dit echter als een politiek instrument dat wordt gebruikt om de opkomst te onderdrukken. “De regering van Moreno is er niet in geslaagd de pandemie onder controle te krijgen; de gezondheidszorg is ingestort,” zei een kiezer uit Guayaquil. “Mijn stad haalde vorig jaar de krantenkoppen, met lijken die lagen te rotten in de straten, maar nu moet hij zo nodig de noodtoestand afkondigen. Dit is om angst te zaaien onder de mensen.” Kandidaat Arauz uitte tegenover Página12 dezelfde bezorgdheid en zei dat met de uitzonderlijke bevoegdheden van de noodtoestand, “de president van de republiek de verkiezingsprotocollen zou kunnen wijzigen… dit doet ons vrezen dat het proces en de uitslag gemanipuleerd zouden kunnen worden.”

Voorlopig geven opiniepeilers Arauz een voorsprong van vijf tot zeven punten op rivaal Lasso. Joe Emersberger, die uitvoerig verslag heeft gedaan van Ecuador en optimistisch is over de kansen van Arauz, vindt een overwinning van Arauz belangrijk voor de regionale integratie in Latijns-Amerika. “Hij is zeer toegewijd aan regionale eenheid, aan het samenwerken met regionale regeringen voor de ontwikkeling van zijn eigen land en Latijns-Amerika in het algemeen. Hij wil ook samenwerken met China… Zijn overwinning zal enorm zijn voor Latijns-Amerikaanse projecten zoals UNASUR of CELAC,” vertelde Emersberger aan Orinoco Tribune.

Verdeeld, onzeker, ontmoedigd, op zoek naar vertegenwoordiging

Het ziet ernaar uit dat de parlements- en presidentsverkiezingen in Peru, die gepland zijn voor 11 april, de meest onvoorspelbare zullen zijn in de recente geschiedenis. Te midden van de pandemie, met een politieke klasse die in diskrediet is geraakt door mislukt beleid en corruptieschandalen, en met een electoraat dat sterk verdeeld is, is de enige zekerheid dat de presidentsrace naar de tweede ronde zal gaan. De versplintering van het electoraat wordt bevestigd door de laatste opiniepeilingen, die voorspellen dat zes van de 20 kandidaten zouden kunnen doorgaan naar de tweede ronde, waarbij vijf van hen op een “technische gelijkspel” voor de tweede plaats staan.

Volgens Ipsos Peru gaat Yohny Lescano van de Populaire Actie aan kop met 12,1%, gevolgd door de neoliberale econoom Hernando de Soto met 11,5%. De linkse Verónika Mendoza van Samen voor Peru staat op de derde plaats met 10,2%, gevolgd door ex-voetballer George Forsyth (9,8%), en Keiko Fujimori (9,3%), de dochter van de gevangen ex-president Alberto Fujimori en zelf betrokken bij een witwaszaak. Volgens een andere opiniepeiler, IEP, is de eerste plaats een gelijkspel tussen Fujimori en de Soto, elk met 9,8% steun van de kiezers, gevolgd door de kandidaat van extreem-rechts, Rafael López Aliaga (8,4%), dan Lescano (8,2%) en Mendoza (7,3%). Rekening houdend met de foutenmarge is er sprake van een gelijke stand in vijf richtingen. Ook andere opiniepeilingen gaven soortgelijke resultaten te zien. Maar in al die gevallen was 30-40% van de deelnemers onbeslist. De steekproeven waren klein en de deelnemers kwamen overwegend uit de steden, wat betekent dat de stemintenties van de kiezers op het platteland nog niet zijn getest, waardoor de peilingen mogelijk een vertekend beeld geven.

“Het is onwaarschijnlijk dat fujimorismo en neoliberalisme zo geaccepteerd worden door de bevolking,” zei politiek analist Fernando Tuesta, “terwijl dit beleid Peru zo veel schade heeft berokkend. Het is eerder de dubbelzinnigheid van de centristen die hen helpt stemmen van zowel rechts als links te winnen… Het probleem voor de linkse kandidaten is de onderlinge verdeling van de stemmen. De steun voor Verónika Mendoza is de afgelopen weken gegroeid, maar dat geldt ook voor de basis van Pedro Castillo [van Peru Libre], wiens beleid radicaler is, en een radicale achterban heeft die Verónika niet heeft weten te bereiken.” Volgens Tuesta zou Mendoza’s campagne een herhaling kunnen krijgen van 2016, toen ze er nipt niet in slaagde de tweede ronde te bereiken als gevolg van fragmentatie van de linkse basis.

Links is al decennialang zwak in Peru, eerst gebroken door fujimorismo -een combinatie van neoliberalisme en dictatuur – vervolgens gedecimeerd door jaren van repressie en desinformatie. Sinds de invoering van het neoliberalisme in het begin van de jaren negentig is er in Peru geen sprake geweest van vrede of stabiliteit, noch van een regering die vrij was van corruptie. Alle presidenten sinds Fujimori staan terecht of zijn gearresteerd wegens beschuldigingen van corruptie of schendingen van de mensenrechten, behalve Alan García, die alleen aan gerechtigheid ontsnapte door zelfmoord te plegen. In de afgelopen vijf jaar heeft Peru vier presidenten gehad. Pedro Pablo Kuczynski, gekozen in 2016, moest in 2018 aftreden te midden van een corruptieschandaal. Zijn vicepresident Martín Vizcarra nam de leiding op zich, maar werd in oktober 2020 door het parlement “moreel onbekwaam” verklaard, opnieuw vanwege beschuldigingen van corruptie. Het mandaat van interim-president Manuel Merino duurde vijf dagen, en sindsdien heeft een ander Congreslid, Francisco Sagasti, de leiding.

“De crisis in Peru is niet alleen politiek, maar ook constitutioneel,” merkte Alex Main van Center for Economic and Policy Research op. “De grondwet van Fujimori is dictatoriaal, net als de grondwet van Pinochet, die de Chilenen onlangs in een volksreferendum aan de kant hebben geschoven. Peruvianen willen hetzelfde.” Tijdens landelijke protesten eind 2020 werd er inderdaad om een grondwetgevende vergadering gevraagd. In hun verkiezingsprogramma’s hebben zowel Mendoza als Castillo beloofd een referendum te houden voor een nieuwe grondwet.

Naast de toenemende armoede en ongelijkheid is ook het gebrek aan politieke vertegenwoordiging een groeiend probleem in het land. “Meer dan 85% van ons, Peruanen, zijn inheems of mestiezen, en behoren tot de volksklasse,” zei José Carlos Llerena van de Peruaanse afdeling van de ALBA Beweging. “Maar de meerderheid van de leden van het Congres zijn blank, uit de hogere of hogere middenklasse, die meestal in Lima wonen. Zij vertegenwoordigen ons niet; zij vertegenwoordigen de belangen van multinationale ondernemingen.”

Gladis Vila Pihue van Together for Peru sloot zich hierbij aan. “Onze grondwet zegt dat we een multi-etnisch, meertalig land zijn, maar dat is alleen op papier. Wij willen een regering – en een grondwet – die onze rechten respecteert. In de regering van Verónika Mendoza zullen we daarvoor ijveren,” verklaarde ze.

Dit streven naar volksvertegenwoordiging, dat in meerdere Latijns-Amerikaanse landen tot grondwetshervormingen heeft geleid, vindt zijn oorsprong in de Bolivariaanse Revolutie onder leiding van Hugo Chávez. Gebruikmakend van het “spook” van Chávez, Maduro en Venezuela, voeren machtige mediaconglomeraten daarom een gezamenlijke aanval uit tegen Mendoza. Mogelijk onder deze druk noemde Mendoza de regering van Venezuela “een dictatuur”, tijdens het presidentiële debat op América TV, waardoor delen van de linkse Peruviaanse bevolking ontstemd raakten. “De demonisering van Venezuela is zo compleet, dat Verónika waarschijnlijk probeerde om delen van haar achterban niet van zich te vervreemden,” zei de Peruaanse journalist Juan José del Castillo in antwoord op mijn vraag. “Maar waarom heeft ze gelogen? De Venezolaanse regering is grondwettelijk. In plaats daarvan had ze de nadruk moeten leggen op de verwoesting die het land lijdt als gevolg van de criminele blokkade door de VS en zijn marionetten. Er zijn tegenstrijdigheden in haar politiek… Het valt nog te bezien wat haar buitenlands beleid zal zijn als ze wordt verkozen.”

Daarvoor moeten we in ieder geval wachten tot aanstaande zondag.

Topfoto: Inheemse vrouw brengt haar stem uit in Ecuador. Foto met dank aan AFP.