Bron: RT-de 17 juli 2020 ~~~

Als een “onvergeeflijke daad van provocatie” veroordeelde de Venezolaanse regering het binnendringen van de Amerikaanse destroyer USS Pinckney in de territoriale wateren van het land op 16 juli. Kort daarvoor had de Amerikaanse president Donald Trump aangekondigd dat “er binnenkort iets met Venezuela zal gebeuren”.

In een duidelijke verklaring bekritiseerde de Venezolaanse minister van Buitenlandse Zaken Jorge Arreaza in een officieel communiqué het binnendringen van de Amerikaanse Arleigh Burke-klassevernietiger.

Venezuela klaagt bij de nationale en internationale gemeenschap over de clandestiene penetratie van het Amerikaanse oorlogsschip USS PINCKNEY (DDG-91) in onze territoriale wateren. Dit is een onvergeeflijke provocatie die gericht is op het ondermijnen van onze soevereiniteit en territoriale integriteit.

Slechts een paar dagen eerder had de Amerikaanse president Donald Trump in een interview in Miami aan de Spaanstalige Amerikaanse zender Telemundo verklaard…

Venezuela was vijftien jaar geleden een rijk land en werd vernietigd door twee mensen, maar door een systeem, een vreselijk systeem, noem het wat je wilt, maar het is een vreselijk systeem.

Trump waarschuwde toen schaamteloos:

Dat er iets met Venezuela zal gebeuren, dat is alles wat ik je kan vertellen, maar er zal iets met Venezuela gebeuren. En de Verenigde Staten zullen zeer betrokken zijn.

Het zou verre van de eerste keer in de geschiedenis van de Verenigde Staten zijn dat ze hun toevlucht nemen tot het gebruik van oorlogsschepen om een reden voor een invasie uit te lokken. Het bekendste voorbeeld is het zogenaamde “Tonkin-incident” van 2 en 4 augustus 1964 in de Golf van Tonkin voor de kust van Noord-Vietnam.

De Amerikaanse president Donald Trump legde bij zijn aankomst in Miami op 10 juli 2020 tijdens zijn bezoek daar ook een verklaring af over de situatie in Venezuela aan de Spaanstalige Amerikaanse omroep Telemundo

Op dat moment beweerde de Amerikaanse marine dat Noord-Vietnamese speedboten meerdere malen zonder reden torpedo’s hadden afgevuurd op twee Amerikaanse oorlogsschepen. Deze vermeende aanval werd door de toenmalige Amerikaanse regering onder president Lyndon B. Johnson gebruikt en presenteerde de “Tonkin-resolutie” aan het Congres. Dit rechtvaardigde en legaliseerde de directe interventie van de Verenigde Staten in de Vietnamoorlog.

Sinds de publicatie van de Pentagon Papers in 1971 wordt het bewezen geacht dat de vermeende torpedoaanvallen nooit hebben bestaan, maar een opzettelijk gelanceerde hoax waren. De documenten die op 30 november 2005 door de grootste Amerikaanse inlichtingendienst, de NSA, zijn vrijgegeven, bevestigen zonder enige twijfel dat de Amerikaanse regering de incidenten door middel van een opzettelijke verkeerde voorstelling van zaken heeft gebruikt om haar directe toetreding tot de oorlog, die sinds 1963 was gepland, te legitimeren.

Topfoto: Amerikaanse destroyer USS Pinckney tijdens een manoeuvre in de Stille Oceaan voor Hawaï, op de achtergrond het zusterschip Shoup, © US Navy